Van Afra tot de Zevenslapers

Zo luidt de titel van een prachtig boek van Louis Goosen over heiligen in religie en kunsten, uitgegeven bij SUN in Nijmegen.

Voor een protestant ben ik ongemeen geïnteresseerd in heiligen.
De kerk van Rome heeft een ongekend groot aantal heiligen op de kalender staan.
Velen zijn als  martelaren gestorven en hebben daarmee hun status van heilige verkregen.
Zij zijn herkenbaar aan de afbeeldingen van het attribuut waar door zij gestorven zijn.
Zo is Sebastiaan herkenbaar aan de pijl(en) waarmee hij werd doorschoten.
Anderen hebben een attribuut dat hun status weergeeft, zoals bijvoorbeeld de sleutelmacht van Petrus.

In de kunstgeschiedenis is de iconografie onmisbaar om al die heiligen te herkennen.
Wie op reis een traditionele katholieke kerk betreedt zal zich kunnen vergapen aan de talloze afbeeldingen van meer of minder bekende heiligen.

Maar ook vanuit uw leunstoel kunt gij in boeken over (christelijke) kunst een overvloed van heiligen tegemoet komen.
De geschiedenis kent vele legendarische verhalen, al dan niet opgesierd met lichamelijke resten (relieken) van heiligen.
De overvloed van al die resten leidde tot een ware souvenirjacht en commercie in heilige objecten.
De verering daarvan  leidde tot de reformatorische afwijzing  van de heiligenverering in de zestiende eeuw. Daarmee is een groot stuk aan kennis verloren gegaan.

Niemand heeft onder ons van de Zevenslapers gehoord.
Het verhaal vertelt  van zeven herders die tijdens de christenvervolging onder keizer Decius in een grot nabij Efeze gevlucht waren.
Voor straf werden zij aldaar ingemetseld met een brief over de ware toedracht.
Een eeuw of twee later werden zij wakker in de tijd van een christelijke keizer en bij toeval gevonden door een steenhouwer.
Wakker geworden probeerden zij in de stad brood te kopen met verouderde munten.
Men vond bij de slapers de brief over het gebeurde.
Het is een typisch verhaal ter versterking van het geloof in de opstanding.

Merkwaardigerwijs komt het verhaal ook voor in de islamitische traditie.

 

Christenen zijn altijd vertrouwd geweest met heiligen, schrijft Goosen terecht.

En hij verwijst naar Romeinen 1:7; Handelingen 9:41 en 1 Petrus 1:15-16.

“er staat immers geschreven: weest heilig, want ik ben heilig”.

Zo is de gemeenschap der heiligen ontstaan.

 

Met vriendelijke groet,

Jan van den Berg,

emeritus predikant

 

arrow