Mijn lichaam ligt bereid tot Pasen

Deze schitterende graftekst opent vele perspectieven.

Niet alleen beschrijft het mijn geduld tot aan de opstanding, het is ook een open staan voor en een bereidheid tot geloof in het wonder van Pasen.

De literatuurminnaars onder u weten waar deze tekst vandaan komt.

Het is de eerste regel van het gedicht getiteld Maria Magdalena van de dichter Gerrit Achterberg.

Christus heeft het woord in dit gedicht, dat spreekt van de graflegging voorafgaande aan Pasen tot aan de hemelvaart na Pasen.

Christus spreekt tot Maria Magdalena met wie hij een bruidsrelatie heeft.

De wittebroodsmaanden zijn voorbij.

De zoete zalen geven aan het gedicht een erotische tint.

Maar aan het minnen is een einde gekomen, nu Hij in  de tuin der aarde is opgenomen.

De ademhaling is gestopt.

Zijn bloed is in de aarde vergaan.

Zijn lichaam ligt bereid tot Pasen.

Maria van Magdala is de zingende bruid, getuige van de opstanding van haar beminde.

De bruidsgemeente in Jeruzalem zal er van horen.

*

Dit schitterende gedicht van mijn lievelingsdichter in het Nederlandse taalgebied zegt alles over het geheim van Pasen.

Wie deze eerste regel op zijn graf laat plaatsen heeft een sterk geloof.

*

Maria Magdalena

 

Mijn lichaam ligt bereid tot Pasen.

Ik keer met u de zoete zalen in

dier witte, laatste maanden.

O tuin der aarde, die ik nu bemin

meer dan mijn eigen ademhalen,

omdat mijn bloed er in verging.

O bruid, die na mijn hemelvaren

zal zingen in Jeruzalem.

*

Met opgewekte Paasgroet,

Jan van den Berg, emeritus predikant

×Note: To download, click the button. If it doesn't work, right click, then click "Save Link As." Download only works if media is stored within this site. Download PDF
arrow