PASEN: KIES DAN HET LEVEN …

Het leven en de dood stel ik u voor, de zegen en de vloek; kies dan het leven, opdat gij leeft, gij en uw nageslacht. (Deut. 30: 19)

Die oproep uit de Tora zou als Paasthema niet misstaan. Bovendien is het ook een oproep die “uit het leven gegrepen is”. Want iedereen kent perioden van meer dood dan levend te zijn, van zich gekist te voelen. Het gevoel niet meer verder te kunnen, geen uitweg meer te zien. Vast te zitten in een uitzichtloos stramien van sleur, zinloosheid, conflict of lethargie, en er niet uit te kunnen ontsnappen, in de omgang met jezelf of in de relaties en verbanden waarin je leeft, in werk, kerk, school, dorp, stad, vereniging, huwelijk, gezin, familie of vriendenkring en vult u zelf maar in. En soms is dat gevoel van uitzichtloosheid, van levend dood te zijn, zo groot dat mensen ook letterlijk het graf in vluchten.

Telkens weer op de loer

Nee, het is daarom werkelijk geen loze kreet als er in de bijbel te lezen staat “kies voor het leven”. Die oproep uit het bijbelboek Deuteronomium staat er niet voor niets. Want ook de bijbelschrijvers wisten maar al te goed dat de dood telkens weer op de loer ligt en lonkt. Niet alleen de letterlijke dood, maar ook de figuurlijke dood die in duizend-en-één dingen zit: in sleur, kwaad, onrecht, wanhoop, lijdzaamheid, fatalisme, kortom in alles wat het leven wurgt en de pas afsnijdt. In dictatuur en repressie, in onverschilligheid, onbewogenheid, verstarring … Dat geldt voor het individu, maar ook voor politieke systemen, instituten en godsdiensten. Jezus doorbrak bv. de verstarring van een godsdienstpraktijk die gestold was tot een doods stelsel van regels en rituelen. Hij liet zien wat de geest was van de Wet. Dat de wet er was voor de mens en niet omgekeerd.

Hij koos toch voor het kruis?

Van Jezus kunnen we daarom met recht zeggen dat hij koos voor het leven. Maar is dat wel zo, zullen weer anderen vragen. Hij koos toch voor het kruis? Is Pasen niet onlosmakelijk met het kruis, de dood, verbonden? En Jezus zei toch ooit tot Zijn leerlingen: “Wie Mij volgen wil, moet zijn kruis op zich nemen.”?

In botsing met de gevestigde machtsstructuren

Dat klopt, maar daarmee bedoelde Jezus niet: als je mij wil volgen, leg je dan maar neer bij de dood en berust dan maar in je kruis, in je noodlot. Integendeel. Wie Jezus op zijn levensweg volgt, ziet keer op keer dat Hij de nood juist níet passief aanvaard, maar dat Hij aanwezig is en ingrijpt, daar waar mensen lijden en gebukt gaan. Melaatsen en marginalen geeft Hij weer een plaats in de samenleving. Hongerenden en dorstigen geeft hij te eten en te drinken. Verlamden richt hij op. Onrechtvaardigheid klaagt Hij aan. Steeds weer kiest Jezus voor de mens en de menselijkheid, óók als Hij daarbij in botsing komt met de religieuze en wereldlijke leiders en met de gevestigde machtsstructuren. Steeds weer kiest Hij voor het leven, ook als Hij daarbij in botsing komt met de dood.

Donkere keerzijde

Juist daarom sprak Hij tot Zijn discipelen: “neem je kruis op”. Want Jezus wist dat die keuze voor het leven, voor de ware menselijkheid, een donkere keerzijde had. De keerzijde van de tegenstand en de rivaliteit. De keerzijde van het machtsmisbruik door hen die de touwtjes in handen hebben en die, om hun privileges en tirannieke systemen te beschermen en aan anderen op te leggen, zich bedien(d)en van de dood. Ook Jezus heeft dat aan den lijve moeten ondervinden. Hij werd gedood door zijn keuze voor het leven en door zijn verzet tegen de gevestigde tirannieke structuren van zijn tijd.

Tegen het dictaat van de dood

Voor Jezus was het kruis het regelrechte gevolg van zijn bewuste keuze, niet voor de dood, maar voor het leven. Hij kwam aan het kruis terecht mede als gevolg van het feit dat hij het bv. niet nam dat mensen uit de boot vielen, verstoten werden of onderdrukt, honger leden of ziek waren. Dat hij niet wilde aanvaarden dat mensen ondergeschikt gemaakt werden aan wetten in plaats van andersom. Omdat hij het niet accepteerde dat mensen geslachtofferd werden op het aambeeld van de willekeur of onrecht werd aangedaan. Hij keerde zich tegen onrechtvaardigheid en tirannie. Tegen het dictaat van machtsmisbruik, lijdzaamheid, het noodlot en de dood.

De dood van het kruis

En daar waar wij ónze wegen zien doodlopen, trekt Jezus het spoor verder. Jezus’ kruisdood was immers ook de dood van het kruis en het begin van het wérkelijke, door God bedoelde leven. En het verhaal van Zijn Opstanding met Pasen, Zijn overwinning op de dood, is in diepste essentie de uitdrukking van Zijn keuze voor het leven. Voor ware menselijkheid naar Gods bedoeling. Een keuze die ook ons uitnodigt om op te staan, teneinde voor het leven te kiezen en de dood te boven te komen.

Om op te staan

Om op te staan uit alle gedaanten van de dood in ons leven. Uit het fatalistische idee dat de dood, de letterlijke zowel als de figuurlijke, het laatste woord heeft. Uit haat en kwaad, onrecht en onmenselijkheid, (doods)angst en fatalisme, machtswellust en liefdeloosheid. Om op te staan tegen het failliet van de humaniteit. Tegen alles wat het leven de pas afsnijdt.

Belofte én opdracht

Zo gezien is Pasen, naast de belofte dat de dood niet het laatste woord heeft, ook een opdracht. De opdracht om, met de belofte op zak dat het laatste woord niet aan de dood is (maar aan God), de dood-in-dit-leven te bestrijden, het kwaad, het onrecht, de onmenselijkheid. De opdracht om onze doodlopende wegen te verlaten. Of, om het in de Bijbelse Exodus-termen van het joodse Pesachfeest te zeggen: de opdracht om weg te trekken uit “Mitsradim”, uit de slavernij van het angst- en doodsland. Om te kiezen voor geloof, hoop en liefde, voor de weg naar het Beloofde Paasland van het ware, door God bedoelde leven.

Ernst Veen

arrow