Kerk en conflict in het Nieuwe Testament

Een korte verkenning van de rol van discussies in de eerste kerken

 

De eerste kerkgemeenschappen die we tegenkomen in het NT werden gesticht door en vanuit het geloof in een liefdevolle God die de mens zo liefhad dat Hij zijn eniggeboren zoon heeft gegeven, zodat iedereen die in hem gelooft eeuwig leven heeft (Joh. 3:16). Kenmerkend voor die eerste gemeenschappen was het feit dat rangen en standen er niet toe deden en het delen van het liefdesmaal (agape) benadrukte de onderlinge verbondenheid en eenheid. Toch traden er al vroeg meerdere conflictsituaties op in de gemeenten die de cohesie en onderlinge liefde onder druk zetten. Er zijn verschillende thema’s waar men stevig over discussieerde of zelfs ruzie over maakte en die voor de christenen van het eerste uur blijkbaar erg belangrijk waren. Zo vinden we in het boek Handelingen en met name in de brieven onder meer de volgende onderwerpen terug waarover men het oneens was:

 

  • Conflicten over de wet: In de vroege kerk waren er discussies over de betekenis en toepassing van de joodse wet. Sommigen hielden vast aan de traditionele joodse wetten en praktijken, terwijl anderen, zoals de apostel Paulus, stelden dat de wet niet langer van toepassing was als je in Christus geloofde.
  • Conflicten over besnijdenis: Een ander controversieel onderwerp in de vroege kerk was de besnijdenis. Sommige joodse christenen geloofden dat besnijdenis noodzakelijk was voor het behoud, terwijl anderen, zoals Paulus, vonden dat geloof in Christus het enige was dat nodig was voor redding.
  • Conflicten tussen Joodse en niet-Joodse christenen: De vroege kerk bestond uit zowel Joodse als niet-Joodse gelovigen. Er waren spanningen tussen deze groepen, met name over kwesties als het eten van voedsel dat als onrein werd beschouwd.
  • Conflicten over de rol van vrouwen in de kerk: In sommige kerken was er onenigheid over de rol van vrouwen. Sommige kerken stonden vrouwen toe om te prediken en te onderwijzen, terwijl andere kerken de rol van vrouwen beperkten.
  • Conflicten tussen kerkleiders: Er waren ook geschillen tussen kerkleiders, zoals tussen Paulus en Petrus over kwesties als de rol van de wet en de omgang met niet-Joodse gelovigen. Andere voorbeelden zijn de ruzie tussen Paulus en Barnabas en de kwestie van de valse leraars die zich in de kerk probeerden te mengen.

 

Het blijkt uit deze thema’s dat discussie en onenigheid reeds van bij het ontstaan van het christendom in het hart van de gemeenschappen aanwezig was. Verschil van mening over wie de kerk mag leiden, hoe deze georganiseerd moet worden, wat de juiste invulling is van de geloofsleer en hoe je je moet gedragen als gelovige (zie o.a. de brief van Jacobus over een ‘levend geloof’) zit blijkbaar in het hart van het christendom. Vanaf het allereerste moment, vanaf de ontkenning van Petrus en de vraag van de ‘ongelovige Thomas’, tot de grote concilies in de eerste eeuwen, tot de katharen, de inquisitie en de grote kerkscheuring van de 16e eeuw, tot de verschillende protestantse stromingen en helemaal tot op de dag van vandaag zien we discussies binnen de christelijke kerken en gemeenschappen over velerlei onderwerpen. We streven als christenen naar eenheid en verbondenheid, maar zien telkens opnieuw strijd en onenigheid. Het lijkt alsof de kerk niet zonder kan.

 

Misschien is dat ook zo. Misschien bestaan de christelijke kerken na 2000 jaar geschiedenis nu nog steeds, juist omdat er discussies en conflicten waren. Dit lijkt tegenstrijdig, maar onenigheid voorkomt slaperigheid en houdt ons alert door ons een spiegel voor te houden. Gezapigheid leidt tot onverschilligheid en dat leidt tot verval. Als niemand zich nog ergens druk over zou maken, als iedereen het met elkaar eens was, dan is er niets meer om voor te vechten. De eerste christenen streden met elkaar, met woorden. Ze waren het hartgrondig met elkaar oneens, zodat Paulus telkens opnieuw hen moest ‘vermanen’, maar de gemeenschappen bleven bestaan en groeiden. Dit kon omdat steeds de nadruk werd gelegd op een geest van verbondenheid die uitgaat boven de menselijke verschillen. In de vroege kerk kwamen kerkleiders bij elkaar om conflicten en meningsverschillen op te lossen. Dit toont aan dat discussies niet hoeven te leiden naar een breuk en ook dat er veel gevraagd wordt van goed leiderschap. Verder zijn vergeving en genade uiteraard belangrijke begrippen in het NT en deze vormen de basis waarop gebouwd werd aan verdere samenwerking en cohesie. Tot slot spreken ons vooral de teksten aan over de liefde: In de vroege kerk werd liefde als een van de belangrijkste deugden beschouwd en dit was vaak de sleutel tot het oplossen van conflicten en meningsverschillen. Dit herinnert ons eraan dat we in onze interacties met anderen steeds liefdevol en mededogend moeten zijn, zelfs in tijden van conflict.

 

Wat we ons moeten realiseren wanneer we als ‘goede’ protestanten terugkeren naar de Heilige Schrift is dat discussies over de kerk en het geloof nu eenmaal deel uitmaken van het christendom, hoe contradictorisch dat ook moge lijken gezien het liefdesgebod. Het is daarbij dezelfde liefde voor Christus die de eerste christengemeenschappen bij elkaar hebben gehouden, ondanks hun verschillen. Dit betekent voor christenen vandaag dat we geen schrik hoeven te hebben voor onenigheid en discussies over kerk en geloof: we kunnen het beschouwen als een niet gemakkelijk, maar wel normaal proces dat feitelijk noodzakelijk is om onze kerken te laten voortbestaan. Wat we daarbij ook leren van het NT is dat elke discussie moet gebeuren in een kader van respect, begrip en liefde, zoals Paulus zegt: “Let goed op jezelf. Sta stevig in het geloof. Wees volwassen en sterk! Doe alles vol liefde voor elkaar” (1 Kor. 16:13).

 

Arjan Knop (Docent Bijbelse Vakken, FPTR)

 

Beeld: pixabay

arrow