DOORDENKERtje Wereldmigratiedag, 25 september 2022
Hierbij vindt u het derde DOORDENKERtje in 2022 van onze werkgroep Migratie, Samenleven en Geloven (MiSaG).
Als werkgroep MiSaG maken wij eens in de drie maanden zo’n uitnodiging om door te denken. We linken dat aan een belangrijke wereldwijde dag. In maart was dat de internationale dag rond racisme, in juni was het wereldvluchtelingendag. In september is onze bijdrage tot het doordenken van onze kerk gelinkt aan de (katholieke) wereldmigrantendag.
Op de website van Orbit (de oecumenisch ingestelde katholieke organisatie rond migratie en racisme) lezen we daarover:
“Op zondag 25 september staan in de katholieke Kerk migranten en vluchtelingen centraal. Wij zetten deze dag mee in de kijker omdat we de solidariteit naar migranten en vluchtelingen vanuit verschillende levensbeschouwingen en religies mee versterken en ondersteunen. De maatschappelijke inzet van lokale kerkgemeenschappen en christenen is veelzijdig: directe hulpverlening, georganiseerd zoeken naar woningen, inzetten op verbindende activiteiten, politiek lobbyen voor structurele maatregelen, financieren van sociale projecten,…. Al die inzet maakt het verschil! Wij hopen dat die nog breder gedragen wordt. ORBIT is daarin je bondgenoot.”
Wij zijn als VPKB/MiSaG met Orbit vzw verbonden via onder andere het project Woningen gezocht, buren gevonden.
In dit DOORDENKERtje vindt u een artikel over het project Woonterp 2.0 van het Protestants Sociaal Centrum in Antwerpen. Woonterp was al gestart als project om langdurig leegstaande sociale appartementen te benutten voor gevluchte nieuwkomers. En net toen de ondersteunde gezinnen na vier jaar eindelijk konden doorstromen naar een andere woonst, brak de oorlog in Oekraïne uit….
In het andere artikel geeft ds Eefje van der Linden een reflectie op vreemdelingen in de Bijbel. Waarin, overigens, blijkt dat ook daar de ene vreemdeling de andere niet is; alleen op een andere manier dan we in onze wereld van vandaag tegenkomen.
We sluiten af met een kort gebed voor migranten. We hopen u op deze manier genoeg stof te geven om door te denken over Migratie, Samenleven en Geloven.
Hartelijke groet,
de werkgroep MiSaG:
Lianne de Oude, Ina Koeman, Marc Loos, Heleen Ransijn, Tetty Rooze, Rob van Drimmelen
Een thuis voor iedereen
Het Protestants Sociaal Centrum in Antwerpen bestaat nu 43 jaar als een beweging van allerlei projecten en werkingen, zo dicht mogelijk bij en vooral samen met de mensen en hun noden en talenten. Grote nood voor steeds meer mensen vormt nu de wooncrisis. In het Reformatiejubileumjaar 2017 verwoordde het PSC (in navolging van Maarten Luther) in 9,5 stellingen de speerpunten van onze bezieling en van ons werk. Rechtvaardige huisvesting vormt daar één van.
In 2018 kwamen wij met een Antwerpse sociale huisvestingsmaatschappij overeen om langdurig leegstaande (!) sociale appartementen te benutten voor gevluchte nieuwkomers. We noemden dit project de Woonterp: tijdelijke huisvesting. Wij hebben er vier gezinnen omkaderd met eigen middelen, vrijwilligers en stagiairs om hen op maat en eigen tempo op weg te helpen in onze samenleving. Het heeft hun vier jaar gekost om goed door te stromen naar blijvende woonst! Van de ondervonden obstakels hebben we veel geleerd.
Na die eerste fase (2018-2022) dachten wij het project af te ronden – maar toen brak de oorlog uit aan de rand van ons continent. Daarom focussen wij nu met verdubbelde capaciteit op gezinnen uit Oekraïne. Het hele appartementsblok van sociale huisvesting, dat bestemd was voor afbraak, hebben wij uit eigen zak werkelijk een tweede leven bezorgd door grondige renovatie met ecologisch-gefundeerde ingrepen (zonnepanelen, warmtepompen, …) en heringericht dankzij een toevloed aan vrijwillige donaties van goederen, giften en handen uit de mouwen (nieuwe keukenblokken, meubilair, welkomstpakketten, …). Vanaf augustus, september bieden wij nu zes of zeven gevluchte gezinnen een plek om op adem te komen en hun tijd in België zinvol te kunnen opbouwen. Opbouw begint namelijk bij het fundament: je kunt maar aan je leven werken met een deftig dak boven je hoofd en dankzij warme tegemoetkoming van burgers en instanties in het aankomstland. Ook hen omkaderen we op hun maat en tempo. We gaan als PSC nog een stap verder: het hele appartementsblok nemen wij in erfpacht over, waardoor de bewoners verzekerd zijn van een langdurig verblijf als zij dit wensen. Dit blijkt het beste wapen te zijn tegen de stress waarin zij door hun vluchtachtergrond en door de oorlogssituatie van hun land verkeren.
Met dit project gaan wij voor duurzame oplossingen. Eerste noodopvang moet overgaan in menswaardige huisvesting. Want iedereen verdient een thuis.
Iedereen? Jazeker. We willen benadrukken dat we in deze fase Woonterp 2 weliswaar focussen op gezinnen uit Oekraïne, maar het ook openstellen voor gezinnen van andere herkomstlanden. Een andere deelwerking van het PSC is trouwens al decennialang een toonbeeld van diversiteit: onze Jongerenwerking voor alleen gevluchte jongeren tussen 17 en 25 jaar: uit Afghanistan, Syrië, Palestina, Somalië en andere Afrikaanse landen. Verder vormt ons PSC Open Huis voor senioren in armoede ook steeds meer een mix van verschillende herkomsten en culturen. Armoede en huisvestingsproblematiek treft steeds meer mensen. Samen staan we in die storm!
Ds. Petra Schipper, stadspredikant Protestants Sociaal Centrum Antwerpen
Over vreemdelingen en vreemdelingen
Heeft u zich wel eens een vreemdeling gevoeld?
Neen, ik bedoel niet op een reisbestemming, waar u zich misschien niet goed verstaanbaar kon maken of bepaalde gebruiken niet goed begreep. Dat kan heel vervelend zijn. Maar ik bedoel eerder dat gevoel van vreemdelingschap waarbij u zich afhankelijk voelt van de welwillendheid van anderen; de momenten dat u zich niet thuis voelt, omdat anderen blijkbaar de regels bepalen waar u zich naar dient te gedragen; woonsituaties waar u zich niet welkom of thuis voelt; toestanden waarin u nooit zeker bent of u morgen nog een dak boven uw hoofd hebt; of u voelt zich buitengesloten omwille van wie u bent. Dit zijn doorgaans ook situaties waarin u ook zichzelf niet meer herkent, waarin u het risico loopt uzelf als een vreemde te ervaren in uw reacties. En achteraf denkt u dan: was ik dat?
Zelf kom ik uit Nederland en ik herinner me nog altijd hoe ik mij voelde, toen ik mij inschreef voor een avondcursus Frans en de mevrouw die me inschreef mijn diploma aan de kant schoof met de woorden: dat is hier niet geldig. Zodanig dat ik bij een andere gelegenheid mijn Vlaamse man meenam om mij in te schrijven in het gemeentehuis om zeker te zijn dat ik de juiste informatie zou krijgen. Ik vroeg me toen af hoe mensen het zouden redden die het Nederlands niet machtig zijn en er alleen voor staan.
Het is daarom dat ik best trots ben op de VPKB en de gemeenten waar zoveel diversiteit is, waar mensen van om het even waar zich welkom mogen weten: mensen met een verhaal als vluchteling of als buitenlandse student; mensen die door een huwelijk of vanwege hun werk in België zijn beland en in onze gemeenten een thuis mogen vinden. Hoewel het niet allemaal vanzelf spreekt, lijken deze gemeenten toch met een andere instelling mensen welkom te heten dan we doorgaans horen en lezen in de media. Zo konden we in de Stemming van de Standaard in mei lezen dat de éne migrant al wat meer welkom is dan de andere. We zien liever vrouwen dan mannen; we zien liever hoog opgeleiden dan laag opgeleiden; we zien liever christenen en ongelovigen dan moslims; we zien liever vluchtelingen uit Oekraïne dan uit Syrië.
Dat een kerkgemeenschap anders is of zou moeten zijn, heeft uiteraard ook te maken met het grote appèl in de Bijbel op gastvrijheid en het goed behandelen van de vreemdeling. Zelfs vreemdelingen die beticht worden van moord krijgen immers ruimte in de zogenaamde vrijsteden zodat recht kan geschieden. Bijbelkenners zullen hierbij ongetwijfeld aantekenen dat de Bijbel niet altijd eenduidig over vreemdelingen spreekt. In Deuteronomium 15:3 bij voorbeeld lezen we dat er geen schuld moet worden kwijtgescholden aan de buitenlander, in tegenstelling tot aan mensen van het Joodse volk, terwijl in Lev. 19:34 staat: behandel vreemdelingen die bij jullie wonen als geboren Israëlieten. De éne vreemdeling is blijkbaar de andere niet.
Het Hebreeuws kent in die gevallen trouwens verschillende benamingen voor vreemdeling en buitenlander. Je hebt de toosaab en de geer, doorgaans als ‘vreemdeling’ en ‘bijwoner’ vertaald. En je hebt de zaar en de nokri, doorgaans vertaald als ‘onbekende ‘en ‘buitenlander’. De laatste twee worden in de Bijbel minder positief beoordeeld. Eigenlijk worden ze geweerd uit de gemeenschap. Het gaat daarbij niet over hun positie, afkomst of reden. Veeleer zegt het iets over hun handelswijze en hun houding. Kort gezegd willen de zaar en nokri geen lange verbintenis aangaan met het land en de bevolking. Ze komen enkel langs om zaken te doen en voor hun persoonlijk belang om dan weer zo snel mogelijk te vertrekken. Ze worden eerder als een bedreiging gezien voor het samenleven.
Het is niet zo eenvoudig om hiervoor een hedendaags equivalent te vinden. De zaar en nokri willen geen deel uitmaken van de maatschappij. Hier wordt echter iets anders mee bedoeld dan dat ze zich niet aan willen passen of integreren. Het gaat immers om het gegeven dat ze geen deel willen uitmaken van een maatschappij waar Tora gedaan wordt, waar de wees en de weduwe recht worden gedaan. Als ik dan toch een poging mag doen, denk ik bij nokri en zaar aan toeristen en aan buitenlandse beleggers en speculanten. Hele economieën worden door het massale toerisme ontwricht en speculanten verhuizen hun geld naar waar zij het grootste voordeel denken te doen, ongeacht de gevolgen die dit heeft voor de economie waaruit het geld wordt weggetrokken.
Het Bijbelboek Ruth is een mooi voorbeeld waarin de beide begrippen nokri en geer voorkomen en hoe in de Bijbel het al te menselijke denken vaak op zijn kop wordt gezet. Ruth noemt zichzelf een nokri. Ze verwacht geen sympathie. Zij weet dat ze een Moabitische is, behorend tot het volk dat Israël op weg naar het beloofde land geen water en brood wilde geven. Boaz behandelt Ruth echter als geer en geeft haar de rechten die daarbij horen en meer dan dat. Ruth heeft zich aangesloten bij die God die de weduwe recht verschaft en maakt ook gebruik van die rechten. Het gaat dus niet zomaar om een goede inburgering. Ruth heeft bewust gekozen voor die God die het opneemt voor wie rechteloos is (Ruth 1:16). Zijzelf stapt in die voetsporen door Naomi trouw te blijven. Ruth zal uiteindelijk haar plaats krijgen in de genealogie van Mattheüs (Mat 1:5).
In de Bijbel zien we verscheidene passages waar ons op het hart gedrukt wordt dat onze positie van autochtoon niet vanzelfsprekend is. Gedenk dat je zelf vreemdeling bent geweest in het land Egypte (Lev 19:34). Bedenk dus dat je misschien zelf ook in een positie komt waar je als vreemdeling wordt behandeld. Bedenk ook dat je ten aanzien van God altijd een vreemdeling en bijwoner bent (Lev 25:23).
En we horen in het Nieuwe Testament hoe Jezus zelf de vreemdeling bij uitstek is. Hij heeft niets om zijn hoofd op te leggen (Mat. 8:20). Hij komt ons tegemoet als vreemdeling met de vraag hem te huisvesten (Mat. 25:38). Opmerkelijk overigens dat we in het Nieuwe Testament die scheiding tussen de ene en de andere vreemdeling niet meer aantreffen. Maar wat betekent dit dan voor de gastvrijheid? Zijn er dan geen grenzen meer?
Twee welbekende teksten geven hiervoor een aantal richtingwijzers.
Hebr. 13:1-2: Houd de onderlinge liefde in stand en houd de gastvrijheid in ere, want zo hebben sommigen zonder het te weten engelen ontvangen
Mat. 25:35: Ik was een vreemdeling en jullie namen Mij op.
We kunnen hieruit concluderen dat:
1- De gastvrijheid belangeloos dient te gebeuren. Anders is het geen gastvrijheid.
2 – Het niet-weten (wat voor vreemdeling het is) noodzakelijk lijkt om echt gastvrij te zijn.
Maar het betekent ook:
3 – Gastvrij ben je enkel als de ander zichzelf mag zijn. Hierbij kunnen we ons afvragen in hoeverre er plaats en ruimte is in onze diensten en onze maatschappij om de diversiteit te laten zijn, om de liturgie aan te passen, andere liederen te zingen, in andere talen, zodat de ander zich ook echt thuis mag weten.
4 – Dit laatste brengt ons dan weer bij een andere vraag nl. hoelang iemand nog gast blijft en wanneer hij of zij de rol van gastheer mag opnemen. Wanneer mogen de “niet-eigen” mensen gaan meebeslissen, wanneer mogen ze een ambt opnemen, krijgen ze kiesrecht, mogen ze verantwoordelijkheid dragen, wat moeten ze daarvoor kunnen?
Misschien helpt het ons om uit te gaan van de notie dat Jezus niet enkel de vreemdeling is die bij ons aanklopt, maar tegelijkertijd ook gastheer is, van ons allen. Leven bij deze notie geeft dat we ontspannen elkaar mogen ontmoeten aan die éne tafel die voor ons allen gedekt is, dat we elkaar mogen ontmoeten in de éne wereld die ons allen gegeven is.
En tenslotte mogen we ook leven als een gemeente waarin er niet de hiërarchische scheidslijnen zijn die onze maatschappij zo kenmerken. Want in Hem is er geen onderscheid tussen Jood en Griek, tussen slaaf en vrije, tussen man en vrouw. In de gemeente kunnen we elkaar het brood geven, elkaar bedienen en ons oefenen om de tegenstellingen in ras, klasse en sekse te overwinnen.
De praktijk is echter weerbarstiger. Ook Paulus wist dat. Daarom is het goed dat de protestantse traditie gezegend is met de Belhar-belijdenis, waarin we elkaar bij de les houden en zo ons geloof waar maken.
Daarom geloven wij dat de eenheid van de kerk een gave én een opdracht is, waartoe het volk van God voortdurend moet opgebouwd worden
Wij geloven dat God door zijn leven-scheppend Woord en Geest de machten van zonde en dood – en daarom ook van onverzoenlijkheid, haat, bitterheid en vijandschap – overwonnen heeft
Daarom geloven wij dat deze boodschap ongeloofwaardig wordt gemaakt in een land dat op christelijkheid aanspraak maakt, maar waar ongelijke behandeling van mensen op grond van ideologieën, van ras, afkomst of sekse normaal en rechtvaardig wordt gevonden en wordt ondersteund door een zogenaamde democratische wetgeving
Daarom verwerpen wij elke leer, elke theologie, elke ideologie die de scheiding van mensen op grond van ras, afkomst of sekse legitimeert en daardoor de verzoening in Christus bij voorbaat belemmert en ontkracht.
Eefje van der Linden
Herwerkte versie van een lezing gegeven bij Attent, Netwerk voor maatschappelijke inzet in bisdom Antwerpen (14 mei 2022).
In dit artikel is dankbaar gebruik gemaakt van niet uitgegeven theologisch werk van wijlen Egbert Rooze.
Gebed om een nieuwe toekomst
God, stem in ons hart,
laat ons perspectief bieden aan migranten
die hier bij ons een nieuwe toekomst wagen.
Laat hen niet vereenzamen
in een nieuwe woestijn hier onder ons.
Dat zij niet vernederd worden
onder de stempel van niet-welkom,
genegeerd en in de steek gelaten.
Zijn immers niet al uw kinderen
zelf ooit ook vreemdelingen geweest,
die onder uw vleugels een thuis hebben gevonden?
Amen.
naar Sytze de Vries