Hemelvaart

In de Bijbel staan verschillende verhalen van figuren die werden opgenomen in de hemel. Het eerste verhaal gaat over Henoch, waarover geschreven staat: “Henoch leefde in verbondenheid met God. Op een dag was hij er niet meer, doordat God hem wegnam.” (Gen 5:24) De boeken van Henoch – dat is niet-bijbelse literatuur – vertellen meer over het leven van Henoch. Aan het einde van het tweede boek van Henoch staat dat Henoch voor zestig dagen werd meegenomen naar de hemel. Daar schreef hij vele boeken over God en zijn schepping. Vervolgens daalde hij weer af naar de aarde. Hij overhandigde de geschriften aan zijn zoons en bleef nog dertig dagen bij hen. Daarna werd het voorgoed opgenomen in de hemel.

 

Dit verhaal lijkt bijzonder veel op het verhaal van Mozes. Mozes ging verschillende keren de berg op. Op de berg Horeb gaf God hem de opdracht om het volk te bevrijden. Jaren later, toen hij met het volk in de woestijn was, ging hij ook de berg Horeb op om het Woord van God te ontvangen. Hij kwam naar beneden met de tien geboden, en hij schreef alle voorschriften op. Aan het einde van zijn leven klom hij opnieuw op een berg. Daar nam hij afscheid van zijn aardse bestaan in nabijheid van God. Wat er precies gebeurde weet niemand. In het Nieuwe Testament verschijnt Mozes samen met Elia als hemelse wezens, wat suggereert dat God hem naar de hemel heeft gebracht.

 

Ook het verhaal van de profeet Elia volgt het patroon van de hemelvaart. Vanwege zijn werken als profeet werd hij hevig vervolgt. Nadat hij zelf de hoop had opgegeven stuurde God hem naar de berg Horeb. Op deze berg verscheen God aan hem en gaf de opdracht om twee nieuwe koningen en Elisa, een profetische opvolger, te zalven. Elia ging terug naar de aarde en voerde Gods opdracht uit. Door deze zalvingen herstelde God zijn recht in Israël. Toen dit was volbracht werd Elia op een vurige strijdwagen met vurige paarden opgenomen in de hemel.

 

In deze verhalen ontstaat een patroon dat bestaat uit vier stappen. De grote geloofshelden Henoch, Mozes en Elia stonden eerst op aarde, aan de voet van de berg (1). Vervolgens werden ze meegenomen naar de hemel, de top van de berg (2). Hier ontvingen ze Woorden en Instructies van God. Daarna daalden ze weer af naar de aarde, (3) waar ze de Woorden en Instructies deelden. Maar ze bleven niet op aarde. Na het delen worden ze weer opgenomen naar de hemel, de top van de berg, (4) waar ze een permanente woonst vonden bij God.

 

Het verhaal van Jezus volgt ook dit patroon, maar het begint bij stap twee. Hij was op de top van de berg, kwam naar beneden als Gods Woord om deze te delen onder de mensen. Met hemelvaart vieren wij het feest van de vierde stap, de weg die Christus omhoog maakte nadat Hij zijn werk op aarde had volbracht.

 

De zonen van Henoch hadden graag hun vader op aarde gehouden. De Israëlieten wensten het liefst samen met Mozes het beloofde land in te trekken. Elisa en de andere profeten wilden niets liever dan dat Elia zou blijven. En hoe mooi zou het voor ons niet zijn als Christus nog op aarde rondwandelde. Maar de hemelvaart van Jezus en deze andere figuren herinneren ons eraan dat wij nooit moeten proberen het goede dat God ons geeft vast te houden. Het mysterie van het Woord is dat wij het nooit ontvangen om het voor onszelf te houden. Wij ontvangen het altijd zodat wij het mogen doorgeven. Door het niet vast te houden, maar door te geven, leidt het ons naar boven, naar de top van de berg, de plaats waar God woont.

 

Tom Scheppers in Meditatie kerkblad Denderregi, mei 2022

Beeld: pixabay

arrow