Een secretaresse op het bureau van het protestants godsdienstonderwijs

In het voorjaar van 1983 las ik in plaatselijke gemeentebladen dat de synodale Raad van de VPKB een vacature had uitgeschreven. Er werd een secretaris gezocht om de administratie te verzorgen ten behoeve van het protestants godsdienstonderwijs.

Ik solliciteerde. Na gesprek met de Voorzitter, toen was dat And. J. Pieters, besloot de synodale Raad mij die taak toe te vertrouwen en op 9 mei begon ik in de Marsveldstraat in een zonnig bureau op de tweede verdieping.

Een job in een administratie

Onder de verantwoordelijkheid van de Synodevoorzitter van de VPKB, later de beide Covoorzitters van de ARPEE en de Voorzitter van het Comité PEGO verzorgde ik in samenwerking met 7 Inspecteurs protestantse godsdienst, 4 Franstalig en 3 Nederlandstalig, de administratie naar de Overheid toe.

Mijn werk bestond o.a. uit het opstellen en archiveren van documenten die nodig zijn tijdens de loopbaan van leerkrachten die protestantse godsdienstles geven op de scholen in de drie Gemeenschappen van België.

In het begin hield dit in dat bij de start van elk schooljaar honderden aanstellingsformulieren getikt moesten worden want ik ben begonnen met een schrijfmachine; die werden na handtekening door de Synodevoorzitter in veelvoud verzonden. Soms waren we met verschillende personeelsleden van het Synodebureau aan het plooien en zegelen, ook echtgenoot en kinderen werden ingezet als dit hoognodig was…

Het waren niet altijd gemakkelijke dossiers, soms kwamen er tabellen en tijdlijnen aan te pas want sommige leerkrachten hadden werkelijk ontzettend complexe situaties en om die dossiers met enkele bijkomende documenten te kunnen deblokkeren, wel dat gaf een goed gevoel.

Toen “Onderwijs” onder de verantwoordelijkheid kwam van de verschillende Gemeenschappen bepaalden hun Decreten een nieuwe manier van werken. Er was niet meer één landelijk secretariaat voor “onderwijs” maar het werd een opgesplitst secretariaat dat tegemoetkwam aan de vraag van de drie Gemeenschappen.

Er kwam ook vernieuwing in het verwerken van gegevens. Fiches en documenten kwamen in een database en tekstverwerker terecht, een hele omschakeling. Met het algemeen gebruik van e-mail en internet kwam er een nog performanter systeem.

Doorheen de jaren leek het alsof ik meermaals een nieuwe job gekregen had.  Soms spannend, zeker afwisselend.

Gedurende de periode van 1983 tot nu, waarbij de administratie van dit secretariaat zo dikwijls moesten evolueren, heb ik telkens de gelegenheid gekregen mee te denken en te overleggen om te komen tot een goed functionerend geheel. Er was een goede verstandhouding met de Inspecteurs en dat resulteerde in een prettige samenwerking. Ik ben daar heel dankbaar voor en behoud hieraan veel waardevolle herinneringen.

Tijdens de Inspectievergaderingen werd meermaals gemeld dat de Overheid de levensbeschouwelijke vakken op de scholen wilde afschaffen vanwege te duur, te complexe organisatie enz. Ze zijn nog niet afgeschaft maar de hele organisatie ervan is wel ingewikkelder geworden.

Vooral in Wallonië zijn de laatste jaren heel moeilijk geweest vanwege drastische beslissingen van Overheidswege nl. het snoeien in de uren godsdienst, het inperken van erkende diploma’s wat betekent dat het veel moeilijker is geworden om kandidaat-lesgevers te vinden en het heroriënteren van de Inspectie van de levensbeschouwelijke vakken.  De Duitstalige Gemeenschap kreeg daardoor ook klappen te verwerken.

De gevolgen van deze neergaande tendens betekenen voornamelijk voor de lesgevers dat ze voor nieuwe uitdagingen staan.

In Vlaanderen hebben de Inspecteurs soms een hele zoektocht voor de boeg om de beschikbare uren ingevuld te krijgen door bekwame leerkrachten die protestantse godsdienst willen geven want de laatste jaren is er een explosie aan uren geweest.

 

Ik keek mee en ik zag… de drijvende kracht van de Inspecteurs.

Er is een hele evolutie geweest in de begeleiding van de leerkrachten. Daar waar het leerplan toen ik begon op dit bureau bestond uit slechts een klein, gestencild “boekje” is dit geëvolueerd naar een heel pakket aan leerplannen en didactisch materiaal dat elektronisch wordt aangereikt, fantastisch! Dit is voornamelijk het geval in Vlaanderen. De gedrevenheid van de Inspecteurs in Franstalig België is ook geresulteerd in een goed leerplan maar door het lesuur minder moet dit worden aangepast. De Duitstalige leerkrachten werken met een vertaling van dit leerplan. Inspecteurs hebben jarenlang de leerkrachten heel wat didactisch materiaal aangereikt om hen mogelijkheid te bieden hun lessen onvergetelijk te maken voor de leerlingen. Er kwamen ook uitleen koffertjes, “les malles didactiques”, met didactisch materiaal voor de lessen Judaïsme, Islam en Luther, iets waar men terecht trots op kan wezen.

De weg gaat verder, nieuwe uitdagingen komen, oplossingen worden gevonden…

Voor mij is de nu tijd gekomen voor een persoonlijke heroriëntering nl. met pensioen gaan. Het betekent achterlaten wat bijna 40 jaar het grootste deel van de tijd innam.

Ik heb wel nagedacht over de bezieling waarmee ik doorheen de jaren dit werk gedaan heb. Bezieling is iets wat na pensionering niet stopt.

Je neemt het mee, het zal worden ingezet bij wat ik in de toekomst zal aanvatten, nieuwe of tot nu toe te weinig aan bod gekomen activiteiten en interesses. Eén enkel voorbeeld: knutselen, voorlezen… en natuurlijk ook zingen met onze kleinkinderen, kortom fijne dingen doen waar ze later met een goed gevoel aan kunnen terugdenken.

 

Hoe komt het dat ik voor deze job solliciteerde

Dat ik solliciteerde voor de baan van secretaris op het kerkelijk bureau ligt helemaal in de lijn van de opvoeding die ik gekregen heb, namelijk, met wat je kan ten dienste staan van de kerk en van je geloofsovertuiging.

Ik kom namelijk uit een klassiek protestants gezin. Mijn ouders waren zeer trouwe kerkgangers en hun leven stond in het teken van de protestantse kerk, de eredienst, het meeleven in de plaatselijke gemeente. Een zondag zonder bijwonen van de eredienst kwam niet veel voor.

Thuis werden de gezangen van de kerkdienst opnieuw gezongen en toen ik wat piano kon spelen en het “groene liedboek” kreeg, werd er met ijver piano gespeeld én gezongen… eigenlijk is zingen iets typisch protestants. De Bijbelse boodschap wordt als het ware omgezet in psalmen en gezangen. In bijna elke gemeente is/was er koorzang.

Dit zingen heeft mijn dagelijks leven rijker gemaakt.

Dikwijls zat ik op het bureau kerk- en koorliederen te zingen onder het maken van de aanstellingsformulieren, … en iedereen kon het horen, willen of niet …J

Tijdens deze Covid periode met al zijn beperkingen, doet het goed om niet alleen naar muziek te luisteren maar ook om zelf muziek te spelen en te zingen.

Toen ik onlangs op “Klara”, Vlaamse radiozender van klassieke muziek, hoorde dat muziek een balsem is voor de ziel, dan kan ik dat beamen. Misschien wordt er daarom wel zoveel gezongen in onze erediensten. Een lofzang geeft troost en bemoediging, een lofzang maakt je blij …

Christine van Belle
26.O1.2021

 

Nieuwigheden en updates kan u hier terugvinden :  https://nl.protestant.link/actualiteit/

 

arrow