Verklaring religieuze leiders van België

Verklaring religieuze leiders van België

 

Het is heel stil geworden. Wat we nu meemaken is ongezien. We dachten dat zulke zaken niet meer konden gebeuren. Vroeger wel en elders misschien nog. Maar niet in een zo ontwikkelde samenleving als de onze. We waren ons op vele terreinen heer en meester gaan voelen, onaantastbaar. Maar het coronavirus ontneemt ons die illusie: we hebben niet alles in de hand, we zijn broze en kwetsbare mensen. Niet alleen hier of daar, maar wereldwijd.

 

Te midden van alle onzekerheid en angst is het een teken van hoop en grote kracht te zien hoe juist nu in deze situatie de solidariteit zo groot is. Uitdagingen en problemen waarmee de wereld vandaag geconfronteerd wordt, proberen we soms op te lossen door ze buiten onze grenzen te houden. Maar het virus kent geen grenzen. God heeft ons deze aarde toevertrouwd. Ze is ons gemeenschappelijk huis. We zijn verantwoordelijk voor elkaar.

 

Onze aandacht gaat uiteraard allereerst uit naar de slachtoffers van het virus: wie besmet raakten, wie in het ziekenhuis liggen. Vooral ook wie gestorven zijn en de families die het van zo nabij meemaken. Ook grote dankbaarheid en eerbied voor allen die hen nabij zijn: dokters, het verplegend personeel en de vele vrijwilligers. En ook wie bij het stilvallen van het sociale leven, toch de noodzakelijke diensten blijven verrichten.

 

We willen als religieuze leiders van ons land onze waardering uitspreken voor allen die de verspreiding van het virus kordaat tegengaan. In het bijzonder dank voor de tegemoetkomingen aan hen die door deze epidemie in grote financiële moeilijkheden geraken. Waardering ook voor de grote verantwoordelijkheidszin van de hele bevolking van ons land. Jarenlang is in ons land een uitstekende gezondheidszorg en ziekteverzekering opgebouwd waardoor niemand van die zorg is uitgesloten. We beseffen nu maar al te goed hoe belangrijk dit is en in de toekomst zal blijven.

 

We zijn verplicht afstand te houden van elkaar. Maar dat mag ons niet beletten om, meer dan ooit, verbonden te blijven. In onze culturele en religieuze verscheidenheid is het onze menselijkheid die ons ten diepste met elkaar verbindt. Wie we ook zijn en van welke overtuiging ook: we zijn elkanders lotgenoten, verantwoordelijk voor elkaar.

 

In synagogen, kerken en moskeeën kunnen onze gemeenschappen nu niet meer samenkomen voor het gebed. Maar ook hier geldt dat de verbondenheid blijft en de opdracht om te bidden. Daartoe willen we hier uitdrukkelijk oproepen, elk vanuit onze eigen religieuze traditie: laten we bidden voor de zieken en stervenden en voor hen die hen bijstaan. Laten we bidden voor elkaar en voor ons land. Laten we bidden dat we doorheen deze crisis beter zouden zien waar het in het leven echt op aankomt. Gebed en solidariteit zijn nu onze sterkste wapens.

 

We hopen allen dat deze crisis vlug mag keren. Maar het is ook onze hoop dat we erna niet al te vlug weer overgaan tot de orde van de dag. Dat we niet te vlug vergeten wat we hebben meegemaakt. Want wie vergeet, wordt nog kwetsbaarder. Deze crisis kan ons de ogen openen en ons helpen onze prioriteiten te herschikken, zowel in ons persoonlijk leven als in de samenleving. Dat we blijven beseffen, ook als de crisis voorbij is, dat we in al onze verscheidenheid elkaar nodig hebben. Dat we zoeken naar nieuwe vormen van gastvrijheid, broederschap en solidariteit. In dat zoeken en herschikken van onze prioriteiten kunnen ook de godsdiensten een belangrijke rol spelen. Het is in die verantwoordelijkheid dat wij als religieuze leiders in ons land eraan houden gezamenlijk langs deze weg het woord te nemen.

 

De religieuze leiders van België

Namens de joodse, christelijke en moslimgemeenschappen

Jozef kardinaal De Kesel, ds. Steven Fuite, Opperrabbijn Albert Guigui, dr. Geert W. Lorein, meester Philippe Markiewicz, Kanunnik Jack McDonald, de heer Mehmet Üstün, Metropoliet Athenagoras Peckstadt.

Beeld : Dimitri Svetikas sur pixabay

Voor meer info :

 

 

arrow