Van winter naar lente? Een protestantse blik op het pausschap van Franciscus

Aan het einde van de vorige eeuw waren velen bang dat er een oecumenische winter was aangebroken. Eén van de aanleidingen daarvoor was het uitbrengen door het Vaticaan van belangrijke documenten waarin werd gesteld dat andere kerken geen echte kerken zijn. Verantwoordelijk voor deze verklaringen was kardinaal Ratzinger, voordat hij paus Benedictus XVI werd. Het kwam destijds nogal hard aan in de kerken van de Reformatie.

Met de komst van paus Franciscus ging er een andere wind waaien. Toen hij in 2018 een bezoek bracht aan de Wereldraad van Kerken zei hij ‘uit te kijken naar de bloei van een nieuwe oecumenische lente’. In de loop der jaren heeft hij daaraan inderdaad in niet geringe mate toe bijgedragen.

Paus Franciscus gaat op een andere manier om met het thema van de oecumene. Hij concentreert zich minder op leerstellige verschillen maar begint met wat kerken gemeenschappelijk hebben en wat zij samen kunnen doen. Hij is ervan overtuigd dat christenen samen moeten handelen en getuigen, en met één stem moeten spreken over de grote uitdagingen waar de mensheid voor staat, zoals rechtvaardigheid, vrede en de bescherming van God’s schepping. Hij vertrouwt op persoonlijke ontmoetingen; op praten met elkaar, niet over elkaar. Dit is volgens hem de enige manier om misverstanden te voorkomen en vooroordelen weg te nemen.

Het is niet moeilijk een lijst op te stellen van onderwerpen waarover Rome en de kerken van de Reformatie van mening verschillen. Daarover is in de loop der eeuwen al veel inkt en helaas ook veel bloed gevloeid. Het tienjarig ambtsjubileum van paus Franciscus is echter een goede aanleiding om ook eens aandacht te schenken aan de wijze waarop hij velen, binnen en buiten zijn eigen Kerk, inspireert. Wat spreekt een protestant daarin aan?

Dicht bij mensen

Allereerst is daar de eenvoud en de wens om dicht bij de mensen te staan. Het hoofd van een wereldwijde kerk die niet in het pauselijke paleis slaat maar in een bescheiden appartement. Wiens eerste reis naar de vluchtelingen op Lampedusa was. Die de voeten van gevangenen wast. Iemand die wordt gekenmerkt door dienstbaarheid, nederigheid en mededogen maar ook door een radicale houding die doet denken aan zijn naamgenoot Franciscus van Assisi. Een priester die ons oproept de Bijbel te lezen (niet evident gegeven de geschiedenis van zijn Kerk). Een Jezuïet wiens geloof geworteld is in diepe spiritualiteit. Een leider van de Rooms Katholieke Kerk die afstand heeft genomen van ‘rechtvaardiging door werken’ en de nadruk legt op het gratis (maar niet ‘goedkope’) karakter van God’s genade. Dit klinkt protestanten weldadig in de oren.

Vreugde

De meest in het oog springende publicatie van paus Franciscus is uiteraard de in 2015 uitgebrachte encycliek Laudato Si’. Menig protestant voelt zich door die encycliek aangesproken en uitgedaagd, zowel wat betreft de inhoud ervan als door de bijbelse wijze waarop met het thema van de Schepping wordt omgegaan.

Maar ook de apostolische exhortatie “ Evangelii gaudium” (2013) – de Vreugde van het Evangelie – is een prachtig en inspirerend werkstuk. In plaats van leerstellige zekerheden staan begrippen als vreugde, barmhartigheid, openheid, hoop en liefde centraal.  Het enthousiasme voor het Evangelie werkt aanstekelijk en het belang van de exhortatie overstijgt ver de grenzen van de Rooms-katholieke Kerk. De exhortatie is een schatkamer aan inspirerende en bemoedigende gedachten. Een waarlijk verfrissend geluid uit Rome.

Een mooie passage die Franciscus ten volle typeert is:

“Ik verkies een gehavende Kerk, gekneusd en vuil omdat ze de straat is opgegaan, eerder dan een Kerk die ziek is omdat ze in zichzelf zit opgesloten, gehecht aan het comfort van haar eigen zekerheden. (….) Meer dan de vrees ons te vergissen, hoop ik dat we bezield blijven door de vrees opgesloten te zitten in structuren die ons een valse bescherming geven, in normen die ons tot onverbiddelijke rechters maken, in gewoontes waarin we ons comfortabel voelen, terwijl er buiten een uitgehongerde menigte wacht en Jezus maar voor ons blijft herhalen: “Jullie moeten hun te eten geven” (Mc 6,37).” (par. 49)

Franciscus ziet graag een open kerk waar meer over genade en minder over de wet wordt gesproken (par. 38). Interessant is dat hij daaraan toevoegt dat zelfs de toegang tot de sacramenten niet om een of andere reden afgesloten zou mogen zijn. Hij verwijst hier (uiteraard) met name naar de doop maar noemt ook de eucharistie. Hierover zegt hij dat we ons vaak gedragen als controleurs in plaats van bewerkers van genade. De Kerk is geen douane. (par. 47). Wordt hiermee de deur voorzichtig op een kier gezet voor ‘eucharistische gastvrijheid’? Wat zou dat mooi zijn want het feit dat niet alle christenen brood en wijn kunnen delen, is uiterst pijnlijk. Het tast ook nog eens de geloof-waardigheid van de Kerk als geheel aan. Dit geldt trouwens ook voor de spreekwoordelijke verdeeldheid tussen de kerken van de Reformatie. Hoe kunnen we verwachten dat een verdeelde en gebroken wereld de boodschap van het Evangelie serieus neemt als de kerken onderling zo verdeeld zijn?

Voor protestanten blijft het moeilijk te begrijpen dat het celibaat voor priesters verplicht is en dat vrouwen niet tot priester gewijd kunnen worden. Veranderingen op deze punten zouden de Rooms-katholieke Kerk veel goed kunnen doen en veel nieuw potentieel kunnen aanboren. Tegelijkertijd moeten we niet naief zijn. Paus Franciscus mag dan een nieuwe wind door de Kerk willen laten waaien, maar ook hij botst daarbij op weerstand en op grenzen.

Samen op weg

Tijdens een dienst in 2014 ter afsluiting van de Week van gebed voor de eenheid van de christenen zei paus Franciscus:

“En zo reizen wij allen samen, gebroederlijk, op de weg naar eenheid, waarbij wij al wandelend eenheid tot stand brengen; die eenheid komt van de Heilige Geest en brengt ons iets unieks wat alleen de Heilige Geest kan doen, namelijk onze verschillen verzoenen. De Heer wacht op ons allen, begeleidt ons allen en is met ons allen op deze weg van eenheid.”

Dit is niet zozeer de weg van de ‘oecumene van de instituties’ maar wel die van de ‘oecumene van het hart’. Op die weg wandelen wij graag met Franciscus mee.

Rob van Drimmelen[i]

[i] Rob van Drimmelen is een voormalig staflid van de Wereldraad van Kerken en behoort tot de Verenigde Protestantse Kerk in België.

arrow