Voor alles wat gebeurt is er een uur, een tijd voor alles wat er is onder de hemel. … Wat er is, was er al lang; wat zal komen, is er altijd al geweest. God haalt wat voorbij is altijd weer terug.
(Prediker 3:1-15)
In de film Arrival (2016) spelen de schrijvers op een hele mooie manier met tijd, taal en determinisme. Het hoofdpersonage, dr. Louise Banks, is een taalkundige die wordt opgeroepen om een buitenaardse taal te ontcijferen. In de loop van de film krijgt ze een steeds beter begrip van de taal. In datzelfde traject wordt ze meerdere keren overvallen door herinneringen aan haar overleden dochter. Als kijker komen wij er op een gegeven moment achter dat deze herinneringen nog niet hebben plaatsgevonden. Tijdens het leren van de taal heeft zij de kans om een blik te werpen in de toekomst. Deze toekomst bevat mooie elementen; een prachtig huwelijk en een dochter. Het bevat ook hele nare elementen. Haar man zal haar verlaten, en haar dochter komt als tiener te overlijden.
Aan het einde van de film staat zij tegenover haar toekomstige echtgenoot. Ze omarmt hem en fluistert: ‘Ik was vergeten hoe goed het voelde om door jou omarmd te worden.’ Ondanks dat ze wist wat deze toekomst voor haar in petto had, kiest ze er ten volle voor hem te omarmen.
De prediker overdenkt de tijd en schetst een confronterend beeld. Elk leven kent een tijdslijn met momenten van baren en sterven, planten en rooien, huilen en lachen, rouwen en dansen. Hij concludeert dat tijd een zware last met zich meebrengt, want veel episodes van ons leven zijn getekend door lijden. Ook concludeert hij dat God alles wat er is de goede plaats in de tijd heeft gegeven. Daarom benadrukt hij ook vooral te genieten van de momenten waarop God ons tijden van vreugde en geluk schenkt.
De mens heeft inzicht in de tijd gekregen. Toch kunnen wij het nooit van begin tot einde doorgronden. Wij kunnen het een beetje inschatten. Soms weten wij wat de gevolgen zullen zijn van onze handelingen. Het meeste kunnen wij echter niet voorzien. Misschien is het ook maar goed dat wij niet altijd weten welke toekomst er voor ons ligt. Want stel dat wij werkelijk onze toekomst, met al haar scheuren en herstellen, liefde en haat, oorlog en vrede voor even zouden kunnen inzien, zouden wij dan nog durven leven?
De keuze van dr. Louise is bewonderenswaardig. Zij kiest ervoor om het leven volkomen te nemen zoals het op haar afkomt. Dit is een wilsbesluit dat haar met de harde essentie van het leven confronteert. Het is beter te leven dan niet te leven, ondanks het lijden. Het is beter lief te hebben dan niet lief te hebben, ondanks de rouw en het verdriet.
Ik moet denken aan een andere tekst. Jezus zag ook welke toekomst voor hem in het verschiet lag. Hij bidt zelfs: “Vader, als het mogelijk is, laat deze beker dan aan mij voorbijgaan! Maar laat het niet gebeuren zoals ik het wil, maar zoals u het wilt.” (Mt. 26:39) Wanneer wij de toekomst omarmen met de wetenschap dat er ook momenten van lijden zullen zijn, dan delen wij in dit gebed van Christus. Dit deelnemen in leven en lijden is het goede. God zelf omarmde in de belichaming van Jezus immers zelf het menselijke leven zoals het werkelijk is. En als de tijd van lijden komt, dan is het ook diezelfde God waarop wij elk uur op mogen bouwen.
Tom Schepers
beeld: pixabay