Ontmoeting met niet-Westerse christenen

Onze twee avonden rondom het boek van David Dessin ‘God is een vluchteling‘ waren zeer verschillend van karakter. De eerste avond was een klassieke lezing over het boek van Dessin. Na afloop volgde een debat, waarbij ook de politieke vragen niet geschuwd werden door het publiek.

De tweede avond was heel anders van karakter. Het begon al anders. Een week van te voren was er nog veel onzeker over de precieze invulling, maar dat het een boeiende avond zou worden werd al wel duidelijk. In dit artikel doe ik verslag van de onderwerpen die besproken zijn. Ik loop eerst globaal de verschillende sprekers langs, om vervolgens aan het slot van het artikel enkele lijnen te trekken.

Om het karakter van ontmoeting te benadrukken werd tijdens de avond achterin de kerk een kring gebouwd, zoals dat ook gebeurt tijdens de stille week. Onder het orgel vormden we een grote kring om zo elkaar te ontmoeten. We begonnen de avond met  gezellig koffie en thee en een rondje waar iedereen vandaan kwam. Aanwezig waren christenen uit (in alfabetische volgorde) België, Eritrea, Irak, Kameroen, Nederland, Syrië en Turkije. En misschien vergeet ik dan nog enkelen. De avond werd er Nederlands en Engels gesproken en beide werden vertaald.

Mourad, de Turkse voorganger uit Gent deelde met ons zijn verhaal over hoe hij Jezus op het spoor kwam. Hij is opgegroeid in een moslimfamilie, maar las eens het Nieuwe Testament. Daarnaast kreeg hij, in het kader van het leren van de taal, contact met mensen in Engeland. Zo is hij tot geloof in Jezus Christus gekomen. Toen hij dat met anderen wilde delen, kwam hij in de problemen.

Omdat Mourad uit een overwegend Islamitisch land kwam had hij hoge verwachtingen van België, dat bekend stond als christelijk land. Dat viel echter tegen, er waren maar weinig christenen, concludeerde hij. Die observatie hoorden we vaker terug tijdens de avond. Mourad vertelde verder over hoe moeilijk het was om als Turkse christelijke gemeenschap hier voet aan de grond te krijgen. Hij kon geen aansluiting krijgen bij andere Turkse mensen hier in België, maar ook Belgische christenen stonden niet allemaal open voor contact.

Hoe kijken niet-westerse christenen naar onze samenleving? Mourad stelde dat België een sterk geïndividualiseerde samenleving is. Mensen geven ook wel aan een gemeenschap om zich heen te missen.  Mourad kende iemand die moslim was geworden vanwege de warme gemeenschap.  Het gesprek met Mourad eindigde met de hoop dat het christendom weer terug zal keren in Europa.

 De kerk van de Arabische christenen begon 12 jaar geleden als een kleine groep. Het is een groep christenen met allerlei achtergronden, het enige wat ze delen, naast het geloof, is de taal. Er zijn christenen uit verschillende landen in het Midden-Oosten. Dat geeft dat er veel vrijheid is in de gemeente. Immers, waar Christus is, is vrijheid. Het gaat er hen om samen Jezus te volgen. Ook zij hopen op  een ‘terugkeer van België naar Christus’. Ze merkten echter wel dat het moeilijk is om het evangelie te delen met anderen, vanwege de taal.

De Kameroenese kerk is onderdeel van een breder verband van Kameroenese kerken in Europa. België kent twee afdelingen. Het is een toekomstgerichte kerk met veel jongeren. Centraal staat de liefde, de liefde tot God en de naaste. Ook de Kameroenese kerk wil het evangelie graag delen met veel mensen. Ze vinden het daarom ook belangrijk om samen op te trekken, door gezamenlijke activiteiten en diensten met andere kerken te organiseren.

Tussendoor kwam er iemand aan het woord met een achtergrond in de Pentecostale kerken. Ook zij hoopte op eenheid in Christus ondanks alle verschillen. Tot slot kwam er nog iemand aan het woord uit een hele andere tak van kerken, namelijk de Eritrees Orthodoxe kerk. Voor hen was dit heel bijzonder, omdat ze weinig contacten met andere (Belgische) kerken hebben, zelfs met de Rooms-Katholieke kerk van wie ze het gebouw gebruiken.

Uit de verschillende verhalen van de niet-westerse kerken komen een aantal interessante dingen naar voren. Ten eerste ziet men de westerse maatschappij als sterk geïndividualiseerd en geseculariseerd. Die twee hangen met elkaar samen. Mensen zijn (of lijken) vooral bezig met hun eigen leven en hebben weinig tijd voor een (kerk)gemeenschap. In onze westerse samenleving wordt geloof bovendien vaak gezien als iets individueels, een persoonlijke keuze. Tijdens de avond van 13 maart kwam naar voren hoe belangrijk de gemeenschap van christenen is om te geloven. Geloven is primair niet iets persoonlijks, maar primair van de gemeenschap van alle tijden en plaatsen. Als verschillende kerken kunnen wel elkaar versterken om gezamenlijk onze roeping te volgen.

De niet-westerse kerken zijn, sterker dan de Belgische, missionair ingesteld. Kerk ben je niet voor jezelf alleen, maar je staat als christen in dienst van Christus en zijn boodschap. Die boodschap moet aan zoveel mogelijk mensen bekend worden. Een barrière daarbij vormen de taalverschillen en cultuurverschillen. Dat is een andere reden dat de verschillende migrantenkerken aansluiting zoeken bij de Belgische kerken: om zo ook aansluiting te vinden bij de Belgische cultuur.

Anderzijds werd sterk de eenheid ondanks de verschillen benadrukt. De eenheid in het geloof in Jezus Christus. Dat overstijgt alle taal- en cultuurgrenzen. Dat werd voelbaar in het samen zingen en het bidden van het Onze Vader aan het einde van de avond.

Aan het slot werd van verschillende kanten de wil en de hoop uitgesproken dat dit geen eenmalige avond was, maar het begin van verdere ontmoeting, kennismaking en samenwerking over culturele grenzen heen.

 

arrow