Adventstijd: voorbereiding op de komst van Christus

Hoe bereiden wij ons voor op onze ontmoetingen met Christus?

Lezing

Marcus 1:1-8

Lucas 1:26-38; 46-55

 

Overpeinzing

Marcus 1 begint bij het begin. Het begin van het evangelie van Jezus Christus, Zoon van God. Zelf vind ik de boodschapper aan dit nieuwe begin nogal verrassend. Sommige afbeeldingen in de beeldende kunst hebben mij misleid. Johannes de Doper was klaarblijkelijk geen nette man die vriendelijk wat water over Jezus’ hoofde sprenkelde, zoals hij vaak wordt afgebeeld. In Marcus lezen we dat de weg voor de zoon van God wordt voorbereid door een halve gare die wat in de woestijn staat te schreeuwen, insecten eet en eigenlijk ook gewoon echt heel raar gekleed is. Een typische mens dus.

Dat roept wel wat vragen op, over wie er op welke manier Christus’ weg voorbereidt, en wat wel of niet aanvaardbaar is. Niet alleen komt Christus zelf onder de gedaante van een kwetsbare mens, diegene die de weg voor hem voorbereid is zelf ook een mens. Even kwetsbaar als de mensen aan wie Christus het Goede Nieuws brengt. Een hele hoop kwetsbare mensen bij elkaar, en Christus er midden in. Mensen die we elke dag ontmoeten.

De voorbereiding op onze ontmoeting met onze medemens, (en Christus in onze medemens) kan anders lopen dan we verwachten. Dit zien we ook weerspiegeld in het verhaal van Maria. Als vrouw in de periode en de plaats waar zij leefde, werd zij als vrouw niet als een volwaardig mens gezien. Ze werd door de heersende politieke en culturele macht ontmenselijkt. En een niet-mens kan toch geen geboorte geven aan de zoon van de Allerhoogste? ‘Doe het maar niet meisje, jij bent het niet waard. God ziet dat anders.’ Wat heeft dit te betekenen?! Ook Maria zelf is verbaasd, dit had ze niet verwacht.

Maria wil graag de Heer dienen. In haar lied zingt ze over de gevolgen voor de hele mensheid. Het is de wereld op zijn kop. Haar eigen wereld wordt ook op zijn kop gezet. Als ze de moeder van de zoon van de Allerhoogste wordt, verandert dit ook haar beeld over zichzelf, we lezen het in haar loflied. God is sterker dan de wereldse heerschappij die zij kende. Haar zwangerschap was daar een concreet teken van.

Er is al veel geschreven over dit loflied. Maar wat betekent het in ons eigen leven? Welke structuren worden er omgegooid, welk deel van ons leven wordt op zijn kop gezet, als we waardigheid van elk mens tot zijn recht te laten komen? Op welke wereldschokkende verandering bereiden we ons voor?

En hoe bereiden wij ons voor op het ontmoeten van de kwetsbaarheid, van onszelf zowel als van onze medemens? De adventsperiode geeft ons een kans om daar bij stil te staan. Hoe bereiden wij ons voor op de vele concrete ontmoetingen met onze medemens, in wie we de kwetsbare Christus kunnen herkennen, en voor wie we zelf als Christus kunnen zijn? We bereiden ons elk op onze eigen manier voor. Voor Johannes was het door preken in de woestijn. Maria droeg Christus als moeder. Dat was hun ding. Wat is het voor jou?

Gebed

Allerhoogste God, die Johannes en Maria’s wereld ondersteboven draaide en hen de kans gaf hun weg te gaan aan het begin van het Goede Nieuws, bereid ons hart voor zodat ook wij uw Goed Nieuws in de wereld kunnen brengen op de manieren die u voor ons geschikt acht, door woord en daad in Jezus Christus, uw geliefde Zoon. Amen.

 Lied

Canticle of the Turning

Afbeelding

Tanner, Henry Ossawa, 1859-1937. Annunciation, from Art in the Christian Tradition, a project of the Vanderbilt Divinity Library, Nashville, TN.http://diglib.library.vanderbilt.edu/act-imagelink.pl?RC=54838 [retrieved November 28, 2018]. Original source: http://www.flickr.com/photos/ebarney/4762865759/.

 

Liesbet Duerinck Van Gysegem

arrow