Het klimaat, een zaak voor ons geloof?

“Kies voor het leven…”

Het klimaat; een zaak voor ons geloof?

Een discussienotitie voor VPKB Districten en gemeentes

 

Inleiding

Op 19 maart 2022 vindt een Buitengewone Synodevergadering van de Verenigde Protestantse Kerk in België (VPKB) plaats die speciaal gewijd zal zijn aan het klimaat. Tijdens die speciale zitting zullen we nadenken over de effecten van klimaatverandering, over de vraag wat deze problematiek te maken heeft met ons geloof en waarom de kerk zich hiermee zou moeten bezighouden. Ook hopen we in gesprek te gaan over mogelijkheden om onze verantwoordelijkheid aan te gaan als landelijke kerk, als plaatselijke kerken en als individuele gelovigen.

 

Op verzoek van de Synodevoorzitter, ds. Steven Fuite, schreef de Werkgroep Kerk in de Samenleving de voorliggende discussienotitie. De pretentie van deze notitie is beperkt; het gaat erom een discussie op gang te brengen. Het is de bedoeling dat deze notitie ter voorbereiding van de Buitengewone Synode over het klimaat besproken wordt in de Districten en in plaatselijke gemeentes. De resultaten van die discussies kunnen tijdens de Synodezitting worden ingebracht en zullen ook een rol spelen in het vervolgproces.

 

Over de zeer verontrustende effecten van klimaatverandering kunnen we in deze notitie kort zijn; hierover vernemen wij bijna dagelijks in de media. Het is duidelijk dat wij op de verkeerde weg zijn en dat drastische maatregelen nodig zijn. Niet in de toekomst, maar nu. Nog meer dan anderen, beseffen de jongeren dat de toekomst van de aarde en daarbij hun eigen toekomst op het spel staat. Het daarom niet verwonderlijk dat zij voorop lopen in de vele klimaatmarsen die overal in de wereld worden gehouden.

 

Dat de mensheid in staat is vergaande maatregelen te treffen bleek uit de wijze waarop gereageerd is op de coronapandemie. Onderzoek kon opeens veel sneller dan voorheen en in de rijke landen werden gigantische bedragen beschikbaar gesteld om de economie te redden en mensenlevens te beschermen. De klimaatcrisis, echter, kan niet worden opgelost door het injecteren van een vaccin. De effecten van deze crisis zijn, zeker op termijn, nog veel ingrijpender dan die van de pandemie en vereisen daarom urgente en ingrijpende maatregelen, van overheden, het bedrijfsleven, sociale organisaties en individuele burgers.

 

Als VPKB willen we nadenken over onze verantwoordelijkheid als geloofsgemeenschap. Velen gingen ons daarbij al voor. Reeds in de zeventiger jaren van de vorige eeuw verscheen de milieuproblematiek op de agenda van de Wereldraad van Kerken. Het thema van de Schepping kreeg speciale aandacht in het Conciliair Proces dat vanuit de Wereldraad van Kerken werd gestart in de jaren tachtig. De Belijdenis van Accra, die in 2004 werd aangenomen door het Wereldverbond van Reformatorische Kerken, ziet het omgaan met de Schepping als een zaak van belijden. En in 2015 verscheen de indringende encycliek van paus Franciscus, “Laudato Si”, met als ondertitel “Over de zorg voor ons gemeenschappelijk huis”. Die encycliek is niet enkel gericht aan katholieken, maar aan iedereen in de hele wereld. Het is nu ook aan de VPKB om na te denken over de vraag hoe ons geloof in de ‘God van het leven’ ons denken en handelen bepaalt in een tijd waarin het leven op aarde op grote schaal wordt bedreigd.

 

“Kies voor het leven, voor uw eigen toekomst en die van uw nakomelingen…” (Deuteronomium 30:19)

I) Zorgen om de aarde

In augustus 2021 verscheen het langverwachte rapport van het wetenschappelijk klimaatpanel van de Verenigde Naties – het Intergouvernmental Panel on Climate Change (IPCC). Volgens dat rapport lijdt het geen twijfel dat de mens verantwoordelijk is voor de wijdverspreide en snelle veranderingen in het klimaat. Een zeer drastische vermindering van de uitstoot van broeikasgassen is op korte termijn nodig om de opwarming van de aarde te beperken tot maximaal 1,5⁰C vergeleken met de periode van voor de industrialisatie. Als we op de huidge voet verder zouden gaan, kunnen we een opwarming verwachten van meer dan 3⁰C. Dit zou rampzalige gevolgen hebben voor het leven op aarde.

 

De effecten van de opwarming van de aarde zijn nu al zichtbaar in alle delen van de wereld. IJskappen smelten. Daardoor stijgt het niveau van de zeespiegel. Dit leidt ertoe dat kustbewoners in problemen komen. Orkanen komen veelvuldiger voor, zijn intensiever en zorgen voor steeds meer schade en menselijk leed. Sommige gebieden hebben te maken met extreme droogte terwijl andere plekken op de wereld juist getroffen worden door intensieve regens. Oogsten mislukken door te weinig of juist teveel neerslag, met hongersnoden als gevolg. Mensen vluchten uit getroffen gebieden. Naar schatting van de Verenigde Naties zijn in 2020 meer mensen op de vlucht geslagen vanwege klimaatverandering dan vanwege andere oorzaken.

 

Naast de opwarming van de aarde is ook de drastische afname van biodiversiteit een zaak van grote zorg. Biodiversiteit staat voor de verscheidenheid van levensvormen op aarde. Die ‘ecosystemen’ zijn met elkaar verbonden en van elkaar afhankelijk. Volgens het platform voor biodiversiteit en ecosystemen – het Intergovernemental Platform on Biodiversity and Ecosystems (IPBES) – worden niet minder dan 1 miljoen soorten van leven met uitsterven bedreigd. Dit betekent een bedreiging voor het leven op zich omdat de verschillende levensvormen elkaar in stand houden en sterk van elkaar afhankelijk zijn.

 

Klimaatgerechtigheid

De overstromingen in juli 2021 in België en Duitsland, die geleid hebben tot tientallen doden, tonen nog maar eens aan dat geen enkel gebied in de wereld veilig is voor de nefaste effecten van klimaatverandering. Tegelijkertijd is duidelijk dat de meest kwetsbare bevolkingsgroepen  het zwaarst getroffen worden. Dit terwijl zij verantwoordelijk zijn voor een zeer beperkte uitstoot van schadelijke broeikasgassen. Zij wonen vaak in gebieden die gevoelig zijn voor overstromingen of juist voor grote droogte, en lijden het meest onder voedseltekorten. Hun middelen van bestaan zijn sterk afhankelijk van natuurlijke hulpbronnen, traditionele landbouw, visvangst en bosbouw. Voor hen is het zeer moeilijk zich aan te passen aan nieuwe klimatologische omstandigheden en het hoofd te bieden aan (natuur)rampen.

 

Het is duidelijk dat de sterkste schouders de zwaarste lasten moeten dragen bij de overgang naar een duurzame samenleving en het is evenzeer duidelijk dat deze lasten in de eerste plaats moeten worden gedragen door degenen die het meest bijdragen tot de vernietiging van de planeet. Daarom is het bestrijden van de opwarming van de aarde een zaak van ‘klimaatgerechtigheid’ en van het respecteren van mensenrechten. De rechten op voedsel, onderkomen en gezondheid van kwetsbare groepen die nu leven moeten beschermd worden. Maar ook de rechten van toekomstige generaties moeten verdedigd worden. Zij hebben er immers recht op een aarde van ons te erven waarop het goed toeven is.

 

De noodzakelijke overgang naar een duurzame samenleving brengt aanpassingsproblemen met zich mee. Zo zal de werkgelegenheid in bepaalde sectoren afnemen terwijl in andere sectoren juist nieuwe kansen worden geschapen. De overgang dient een rechtvaardige overgang te zijn. De voor- en nadelen zullen evenwichtig verdeeld moeten zijn. Alleen zo kan een maatschappelijk draagvlak geschapen worden dat nodig is voor het nemen van ingrijpende maatregelen.

 

Vrede

Klimaatverandering vormt ook een bedreiging voor de vrede. De concurrentie om schaarse hulpbronnen zoals water, landbouwgrond, visserijgebieden, en schone lucht leidt nu al tot spanningen die kunnen verergeren wanneer het klimaat nog verder verandert. Vrede met de aarde wordt steeds meer een voorwaarde voor vrede tussen de volkeren. Het is duidelijk dat gerechtigheid, vrede en het bewaren van de Schepping onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn.

 

Een systeem crisis

Grote vraagstukken zoals de klimaatcrisis, de dramatische afname van de biodiversiteit, de vervuiling en vergiftiging van de aarde, de kloof tussen arm en rijk, het toenemend aantal vluchtelingen, de gezondheidscrisis (COVID-19), en conflicten tussen en binnen landen staan niet los van elkaar maar zijn intrinsiek met elkaar verweven. Aan de basis van zulke vraagstukken ligt een nogal cynisch mensbeeld dat ervan uitgaat dat de mens van nature meer gericht is op competitie dan op samenwerking, dat de natuur ondergeschikt is aan de mens, en dat de mens erop uit is zoveel mogelijk macht te verwerven en te behouden – desnoods met gebruik van geweld.

 

Dat mensbeeld heeft vorm gekregen in politieke, economische en andere structuren die zeer moeilijk te veranderen blijken te zijn omdat zij verweven zijn met diep ingesleten denkpatronen zowel als diepgewortelde machtsstructuren en systemen. Het bestrijden van de klimaatcrisis vereist daarom ook dat de werking van die structuren wordt blootgelegd. Waar die structuren de belangen van kleine groepen dienen, ten koste gaan van kwetsbare groepen en het leven op onze planeet bedreigen, zijn ingrijpende veranderingen nodig. Het verzet tegen de ‘machten en krachten’ zal niet zonder slag of stoot gaan en vereist dat er, in navolging van Jezus, de nodige tafeltjes worden omgegooid (Joh.2:13-22).

 

Een spirituele crisis

De klimaatcrisis, tezamen met andere grote vraagstukken, maakt duidelijk dat ons mensbeeld ter discussie staat. Daarom vormen deze crises samen ook een spirituele crisis. Het gaat om fundamentele vragen zoals: Wat is de rol van de mens in de Schepping? Welke verantwoordelijkheid hebben wij voor elkaar – dichtbij en veraf, voor onze tijdgenoten en toekomstige generaties, en voor de Schepping als geheel?

 

II) Een zorg voor de kerk?

Waarom zou de VPKB een Buitengewone Synode bijeenroepen over klimaatverandering? Is de opwarming van de aarde niet een zaak die we beter kunnen overlaten aan wetenschappers en politici? Zou de kerk zich niet beter kunnen bezighouden met het zieleheil van de gelovigen? Zal God er niet uiteindelijk voor zorgen dat alles goed komt? Passen politieke een maatschappelijke vraagstukken wel op de agenda van de kerk? Laten we ons niet teveel meesleuren in ‘klimaathysterie’? Om over dit soort vragen na te denken, zullen we, naar goede Protestantse gewoonte, de Bijbel openslaan. Het luisteren naar Gods Woord met een open geest, en het proberen te begrijpen wat dit voor ons betekent, gaat immers vooraf aan ons handelen.

 

Schepping en natuur

Voordat we de Bijbel openslaan is het echter goed om erop te wijzen dat wanneer vanuit de joods-christelijke traditie over de Schepping wordt gesproken er iets anders mee wordt bedoeld dan de natuur. Wanneer we over de Schepping spreken, gebruiken we geloofstaal. Eigenlijk belijden we daarmee dat we geloven dat in Gods liefde, ieder schepsel een eigen waarde en betekenis heeft en dat al het leven, de flora en de fauna, vanuit God voortkomt. De natuur, echter, kan zowel mooi als wreed zijn. Natuurrampen kunnen veel ellende teweeg brengen en lijden veroorzaken. Ook geldt de ‘survival of the fittest’ en het recht van de sterkste. Dit staat haaks op de Bijbelse boodschap en opdracht om de zwakken en het broze te beschermen. Het is belangrijk dat onderscheid tussen ‘natuur’ en Schepping in ons achterhoofd te houden.

 

Scheppingsverhalen

De Bijbel begint met twee scheppingsverhalen.

 

Mens als heerser?

In Genesis 1:28 wordt verteld dat God de mens heeft geschapen naar Zijn beeld:

Hij zegende hen en zei tegen hen: ‘Wees vruchtbaar en wordt talrijk, bevolk de aarde en breng haar onder je gezag: heers over de vissen van de zee, over de vogels van de hemel en over alle dieren die op aarde rondkruipen.

 

Deze tekst heeft ertoe geleid dat in het christendom de visie op de rol van de mens als ‘heerser’ over de Schepping lange tijd dominant is geweest. Tot aan het einde van de vorige eeuw hoorde je binnen de kerk nog de opvatting dat de aarde was gemaakt voor de mensen en de mens niet voor de aarde. Tegenwoordig wordt er binnen de kerken minder aandacht gegeven aan het idee dat de mens over de Schepping zou moeten domineren. Het besef is gegroeid dat er gevaarlijke kanten aan zitten. Het verhaal over de Toren van Babel heeft ons geleerd tot welke uitwassen het kan leiden als de mens meent dat hij kan en moet ‘heersen’.

 

Bewerken en waken

In Genesis 2:15 wordt een ander accent gelegd:

God, de HEER, bracht de mens dus in de tuin van Eden, om die te bewerken en erover te waken.

 

De tekst is vaak gebruikt om aan te geven dat God de mens heeft aangesteld als beheerder, rentmeester, over de Schepping. In deze visie horen we nog wel een echo van de mens als heerser maar er is meer aandacht voor de verantwoordelijkheid die mensen dragen om over de Schepping te waken. De juiste houding is die van terughoudendheid en bescheidenheid; niet alles wat mogelijk is, is wenselijk. Je zou in die tekst in Genesis zelfs een oproep kunnen lezen om niet in te grijpen in de natuur behalve om die te ‘bewerken’ om in de noodzakelijke levensbehoeften te voorzien.

 

‘Bewerken’ en ‘waken’ houden in dat er een relatie van verantwoordelijke wederkerigheid tussen mens en natuur bestaat. De mens heeft de plicht de aarde te beschermen en de continuïteit van haar vruchtbaarheid voor de toekomstige generaties te waarborgen. Want “aan God behoort de aarde” (Ps. 24:1), en aan Hem behoort “de aarde met al wat erop is” (Deut. 10:14). Elke pretentie van de mens op exclusief bezit wordt afgewezen omdat we altijd verantwoording aan God schuldig zijn: “Verkoop van land mag terugkoop niet uitsluiten, want het land behoort aan Mij; gij zijt er vreemdelingen en gasten” (Lev. 25:23).

 

Toch moet bij de visie van de mens als rentmeester een belangrijke kanttekening gemaakt worden. De mens blijft immers in het centrum van de Schepping staan, boven alle andere wezens. Dit terwijl wij volstrekt afhankelijk zijn van de Schepping als geheel.

 

Verbond met alle levende wezens

Een mooie manier om onze rol op de aarde en in de Schepping te zien is die als verbondspartner van God. In Genesis 6 wordt verhaald hoe God zag dat de aarde door en door slecht was en dat iedereen een verderfelijk leven leidde. Alleen Noach vond bij de HEER genade. Na de zondvloed sloot God met Noach en zijn nakomelingen een verbond: “’En dit’, zei God, ‘zal voor alle komende generaties het teken zijn van het verbond tussen mij en jullie en alle levende wezens bij jullie: ik plaats mijn boog in de wolken; die zal het teken zijn van het verbond tussen mij en de aarde.’” (Gen.9:12-13). Opvallend is dat God niet alleen een verbond met de mensen sluit maar ook met ‘de aarde’. In vers 17 wordt dit nog eens herhaald: “’Dit’, zei God tegen Noach, ‘is het teken van het verbond dat ik met alle levende wezens op aarde gesloten heb’”. (zie ook Hosea 2:20)

 

Het verbond is een genadegeschenk dat niet te koop is (Jesaja 55:1). Vanuit die genade en als verbondspartner van God heeft de mens een belangrijke verantwoordelijkheid gekregen in Gods Schepping, vooral als we bedenken dat God ook een verbond heeft gesloten met alle andere schepsels op aarde.

 

Sabbat/rust

Weer een andere invalshoek die we hier willen noemen is die van de Sabbat. De Schepping werd niet voltooid met het scheppen van de mens maar met een dag van rust. Zo gezien is niet de mens maar de Sabbat de kroon van de Schepping: “God zegende de zevende dag en verklaarde die heilig, want op die dag rustte hij van heel zijn scheppingswerk.” (Gen.2:3). Die dag van rust geldt ook voor de mens, voor het land en voor de dieren (Ex.23:12). Het belang van rust werd nog eens onderstreept bij het instellen van het Sabbatsjaar en het Jubeljaar. De HEER zei tegen Mozes: ”Zeg tegen de Israelieten: “Wanneer jullie eenmaal in het land zijn dat ik je zal geven, moet het land rust krijgen, een sabbatsrust gewijd aan de HEER. Zes jaar achtereen mogen jullie je land inzaaien, je wijngaard snoeien en de oogst binnenhalen. Maar het zevende jaar moeten jullie het land laten rusten.” (Leviticus 25:2-3). Eenzelfde verplichting gold voor elk vijftigste jaar – het Jubeljaar. Het land mocht niet worden uitgeput en moest de kans krijgen zich te herstellen. Belangrijk is ook dat bij het Jubeljaar de zorg voor het ecologisch evenwicht gepaard ging met herstel van rechtvaardige verhoudingen zoals het kwijtschelden van schulden en het vrijlaten van slaven.

 

De mens in het centrum

Sinds de tijden waarin de Bijbel tot stand kwam, heeft de mensheid grote ontwikkelingen doorgemaakt. We zijn inderdaad ‘vruchtbaar’ en ‘talrijk’ geworden. Dankzij het vernuft dat de mensheid van God heeft ontvangen, heeft de mens de aarde ‘bewerkt’ maar of we die ook ‘bewaakt’ hebben?

 

Vooral tijdens de laatste eeuwen zijn de ontwikkelingen snel gegaan. De mensheid is een nieuw tijdperk binnengetreden waarin de macht van de technologie ons voor een tweesprong plaatst.

De technologie heeft talloos kwaad dat de mens trof, beperkt en bestreden. Wij kunnen niet anders dan de vooruitgang, bijvoorbeeld in de geneeskunde, de techniek en op het gebied van de communicatie, waarderen en er dankbaar voor zijn. Aan de andere kant kunnen we niet ontkennen dat zaken zoals kernenergie, biotechnologie, informatica, en de kennis van ons eigen DNA, ons een huiveringwekkende macht geven. Nog nooit heeft de mensheid zoveel macht over zichzelf gehad. Niets garandeert dat zij deze goed zal gebruiken, vooral als we kijken naar de wijze waarop de mensheid van deze macht gebruik heeft gemaakt. Denk maar aan de atoombommen die destijds op  Japan werden geworpen. In welke handen bevindt zich zoveel macht en in welke kan ze komen?

 

Van ego naar eco

In de moderne tijd is de mens steeds meer in het centrum komen te staan. Dit antropocentrisme ging in veel gevallen ook nog eens gepaard met een toename van het individualisme waardoor het gemeenschapsgevoel wordt ondermijnd. Een sterk egocentrische levensstijl gecombineerd met een ongebreideld productie-en consumptie gedrag, leidt tot een  uitbuiting van de natuur, de opwarming van de aarde, een dramatische daling van de biodiversiteit, en een toenemende vervuiling en vergiftiging. De ‘politiek’ heeft bovendien vaak de neiging om op korte termijn te denken terwijl juist een lange termijn visie nodig is.  Het is duidelijk dat een omslag in het denken nodig is. De mens dient zich meer te zien als deel van het grotere geheel dan als middelpunt van de Schepping. De nadruk moet worden verschoven van ego naar eco.

 

Elk jaar berekent de denktank Global Footprint Network de symbolische datum waarop de mensheid alle natuurlijke hulpbronnen heeft verbruikt die de aarde in een jaar kan produceren. Vanaf dan kappen we meer bossen dan er jaarlijks kunnen bijgroeien, stoten we meer broeikasgassen uit dan de natuur kan opnemen. De rest van het jaar leeft de mensheid op krediet. In 2021 viel die datum op 22 augustus voor de wereld als geheel. Voor België echter viel die datum in 2012 al op 30 maart. Wij hebben dus samen een nog veel grote ‘ecologische voetafdruk’ dan vele andere landen in de wereld.

 

Vandaag de dag heeft de mensheid als geheel 1,7 aardes nodig om de huidige manier van leven te handhaven. Het is duidelijk dat deze situatie onhoudbaar en niet ‘duurzaam’ is. Grenzenloze productie en consumptie brengen onherstelbare schade toe aan onze planeet. Velen lijken het besef van ‘grenzen’ en  van ‘genoeg’ verloren te hebben. Economische groei als zodanig kan geen doel op zichzelf zijn maar moet ten dienste staan van het verbeteren van de kwaliteit van het leven voor alle mensen op aarde.

 

Welvaart en welzijn

Die nadruk op de kwaliteit van het leven kan verschillende dingen voor verschillende mensen betekenen. Voor velen op de aarde die in bittere armoede leven zou het een zegen zijn als zij zouden beschikken over meer materiële middelen. Meer “hebben” is voor hen ook meer “zijn”. Gerechtigheid vereist dat zij de mogelijkheden krijgen een waardig leven te leiden. Voor degenen die in welvaart leven betekent “meer hebben” niet noodzakelijkerwijs een beter en meer gelukkig leven. Voor hen hangt de kwaliteit van het leven niet meer af van meer bezittingen. Meer “welvaart” leidt in zo’n situatie niet noodzakelijkerwijs tot meer “welzijn”. Het streven naar meer bezit en consumptie kan dan zelfs perverse effecten hebben: “Wat heeft een mens eraan als hij de hele wereld wint, maar er het leven bij inschiet?” (Marcus 8:36).

 

Zonde en bekering

Tijdens een bezoek aan de Wereldraad van Kerken (op 24 april 2017) verklaarde de oecumenische patriarch Bartholomeus I dat, in de wereld van vandaag, de kerken zich niet kunnen beperken tot de zorg voor het zieleheil van de gelovigen want: “De hele schepping van God op aarde ondergaat een ingrijpende verandering. Dat vereist dat de Kerken waakzaam zijn, zich informeren en onderwijzen over de band tussen de huidige ecologische crisis en de menselijke hebzucht, het materialisme, het egocentrisme en de plundering van de bodemrijkdommen.” De oecumenische patriarch voegde daaraan toe dat de vervuiling en de vernietiging van het milieu zonden zijn tegen de Schepping en dus ook tegen God. Zoals bij elke zonde, vereist dit berouw. Want “een misdaad tegen de natuur is een misdaad tegen onszelf en een zonde tegen God”.

 

De woorden van de patriarch maken duidelijk dat de vernietiging van het milieu een zeer ernstige zaak is die, in geloofstaal, een zonde kan worden genoemd. De oorspronkelijk harmonische relatie tussen “mens en natuur” is veranderd in een conflictueuze relatie (vgl. Gen.3:17-19). Een heroriëntatie, inkeer, een omkering, een bekering is nodig, op persoonlijk, kerkelijk en maatschappelijk vlak. Hierbij kan het helpen om na te denken over wat “leven in al zijn volheid” (Joh.10:10) betekenen kan.

 

Zaak van belijden

De zaak is echter nog ernstiger en gaat verder dan ‘zonde’. Met de huidige omgang met de aarde verbreekt de mensheid in feite het verbond dat God met ons sloot (Genesis 9). God beloofde dat Hij de aarde nooit meer zou vernietigen maar nu is het de mensheid die het leven dreigt te vernietigen. Het verbreken van het verbond met God raakt de kern van ons geloof. Het noodzaakt ons om de huidige bedreiging van de Schepping en het leven als geheel te zien als een status confessionis, een cruciale zaak voor het belijden van ons geloof.

 

Kairos

In de Bijbel verwijst het woord ‘kairos’ vaak naar het juiste moment, een scharniermoment dat ons uitdaagt om op te staan en te reageren op Gods roeping. Er zijn momenten die beslissend zijn en om actie vragen. Het Evangelie naar Marcus stelt dat Jezus de boodschap van God verkondigde met de

woorden: “De tijd (kairos) is aangebroken, het koninkrijk van God is nabij; kom tot inkeer en hecht geloof aan dit goede nieuws” (Marcus 1:15).

 

De woorden zeggen dat “de tijd (kairos) is gekomen”. De huidige klimaatcrisis is zo’n kairos moment, het aangewezen moment om dingen ten goede te veranderen. Hét moment om te breken met schadelijke en ongebreidelde productie en consumptie. Hét moment om werkelijke solidariteit tot stand te brengen tussen mensen, hier en nu, en met toekomstige generaties. Hét moment om vrede te sluiten met de aarde en te stoppen met haar te verminken en uit te buiten.

 

Profetische stemmen

Naarmate het duidelijker werd dat de mensheid op weg is onherstelbare schade toe te brengen aan de aarde, kregen stemmen uit sommige kerken een meer profetisch gehalte. Het eindrapport van het Conciliair Proces dat in de negentiger jaren van de vorige eeuw werd georganiseerd door de Wereldraad van Kerken waarschuwde dat het leven zelf in gevaar is als wij ons handelen niet drastisch veranderen.

 

Volgens de Belijdenis die in 2004 in Accra werd aangenomen door het Wereldverbond van Reformatorische Kerken (waar de VPKB lid van is) zijn zaken als economische en ecologische gerechtigheid niet alleen sociale, politieke en morele kwesties, maar maken zij ook integraal deel uit van het geloof in Jezus Christus. Daarom raken deze zaken aan de integriteit van de kerk. Trouw zijn aan Gods verbond vereist dat individuele christenen en de kerken stelling nemen tegen de huidige economische en ecologische onrechtvaardigheden. Het Wereldverbond verklaarde: “Wij hebben gehoord dat de schepping blijft kreunen, in slavernij, wachtend op haar bevrijding (Rom.8:22). Wij worden uitgedaagd door de kreten van de mensen die lijden en door de gekwetstheid van de schepping zelf. Wij zien een dramatische convergentie tussen het lijden van de mensen en de schade die aan de rest van de schepping wordt toegebracht.” In “Laudato Si” wordt gesproken over: “ de schreeuw van de aarde en de schreeuw van de arme”.

 

III) Kies voor het leven

De datum van de Buitengewone Synode, 19 maart 2022, valt in de periode van de Veertigdagentijd. In die periode worden we er nog eens bij bepaald dat God mens geworden is om in Jezus Christus het dagelijks leven, de vreugde en het lijden, met ons te delen, om het recht van “de minsten” onder ons te bepleiten (Mat.25:31-46) en om ons te leren verantwoordelijk om te gaan met de Schepping. Jezus is het “beeld van de onzichtbare God, de eerstgeborene van heel de schepping” (Kolossenzen 1:15).

 

Gods incarnatie in Jezus Christus is de basis voor christelijke hoop. Een duidelijkere indicatie van Gods verbond met de mens en de Schepping als geheel is er niet. Het hart van de hoop klopt in geloof en liefde. “Het geloof nu is de zekerheid van wat men hoopt, de overtuiging van wat men niet ziet.” (Heb.11:1).

 

Christelijk geloof is opstandingsgeloof. Ons geloof is verankerd in de overtuiging dat het leven  sterker is dan de dood.

 

Daarom blijven we, ondanks vele slechte berichten, geloven dat een andere duurzame manier van leven in onze wereld hier en nu mogelijk is.

Daarom ontvangen wij ook de kracht en de moed om ons met hart en ziel in te zetten voor rechtvaardigheid, vrede en het bewaren van de Schepping.

Daarom willen we op dit scharniermoment (kairos) van de geschiedenis gehoor geven aan Gods opdracht om te kiezen voor het leven, zodat wij en onze nakomelingen kunnen leven (Deut.30:19).

 

Kiezen voor het leven is de uitdagingen aangaan in een wereld waar vaak onrechtvaardigheid, machtshonger en grenzenloze geldzucht lijken te zegevieren.

Kiezen voor het leven is kiezen voor licht, zelfs waar er veel duisternis is, is kiezen voor delen in plaats van hebzucht, is kiezen voor solidartiteit in plaats van kortzichtig eigenbelang, is kiezen voor opstaan in plaats van berusten.

Kiezen voor het leven is je niet neerleggen bij de vernietiging van ons milieu en de biodiversiteit, of in de onvermijdelijkheid van de opwarming van de aarde, maar handelen in het vertrouwen dat wij de kracht zullen krijgen om ons ertegen te verzetten.

 

In onze christelijke traditie heet “kiezen voor het leven” “geloven.

 

Discussievragen

Bij het nadenken over onze rol als kerken en christenen met betrekking tot klimaatopwarming, verlies aan biodiversiteit en vervuiling van het milieu, kunt u gebruik maken van (enkele) van onderstaande vragen.

  1. Steeds meer mensen zouden lijden aan een “ klimaatdepressie” of hebben angst dat de wereld vergaat. Komt u die mensen tegen in uw omgeving?
  2. Wat vindt u van de volgende uitspraak: De industrie, de techniek en de expertise van wetenschappers zullen vooral het verschil maken in plaats van verandering van het menselijk gedrag?
  3. In deze notitie wordt (op pagina 2) gesproken over ‘klimaatgerechtigheid’. Hoe zou u dat begrip invullen?
  4. Er worden op pagina 3 en 4 verschillende Bijbelse visies gegeven over de rol van de mens in de Schepping. Welke spreekt u aan, en waarom?
  5. Heeft de kerk zich in de loop van de geschiedenis teveel bezig gehouden met ‘heilstheologie’ en te weinig met ‘scheppingstheologie’? Wat is uw eigen ervaring daarmee?
  6. Is de bedreiging van het leven op aarde volgens u een zaak die de kern van ons geloven raakt?
  7. Wordt er in uw kerk(diensten) aandacht besteed aan ecologische vragen?
  8. Zijn er weerstanden in uw kerk om aandacht aan dit soort vragen te schenken? Zo ja, waar is die weerstand op gebaseerd?
  9. Speelt ecologische en sociale duurzaamheid een rol in het beleid van uw kerk? Isolatie? Zonnepanelen? ‘Eerlijke koffie’? Bij eventuele beleggingen?
  10. Welke rol ziet u voor de VPKB met betrekking tot klimaatopwarming, verlies aan biodiversiteit en vervuiling van het milieu? Voor het eigen binnenkerkelijk beleid? In de maatschappij?
  11. Welke rol ziet u voor uzelf in deze context?
  12. Welke moeilijkheden ondervindt u, en welke voordelen merkt u, als individu, bij het overschakelen naar meer ecologisch verantwoord gedrag?
  13. Welke grenzen ziet u aan individuele gedragsveranderingen in de strijd voor een duurzamere samenleving?
  14. Hoe ziet u het verband tussen individuele actie en collectieve actie (burger, politiek…) voor een duurzamere samenleving?

 

Werkgroep Kerk in de Samenleving
december 2021

 

 

Beeld: pixabay

arrow