Et tutti (quanti) fratelli… Wat is “publieke theologie”?

Moet de theologie een plaats krijgen in het publieke debat? Of behoort theologie toch eerder tot de privésfeer?

De uitdrukking is onbekend en klinkt bijna als een oxymoron. Moet de theologie, met andere woorden de leer die nadenkt over God en bijvoorbeeld wil nadenken over de betekenis en de waardigheid van de mens voor God, over de vraag naar de oorsprong of het einde van het leven, enz. een risico aangaan door verder te gaan dan het louter “interne gebruik” van gelovige gemeenschappen en zich bloot te stellen aan kritiek in de openbare ruimte? Dreigt de uiting van een religieuze overtuiging – zelfs in een geest van openheid – niet de spanningen aan te wakkeren in pluralistische samenlevingen met een wankel evenwicht waar uiteenlopende levensbeschouwingen naast elkaar bestaan? Het is de gangbare mening, en vaak ook die van de wetgever, dat godsdiensten, die als licht ontvlambaar materiaal worden beschouwd, beperkt moeten blijven tot de privésfeer zonder in de openbare ruimte beleefd te worden. Paulus debatteerde vrijuit met de filosofen op het openbare plein in Athene (Handelingen 17:16-34); vandaag de dag zou hij worden verbannen uit de hedendaagse fora of andere sociale, politieke of commerciële bijeenkomsten.

 

Anderen menen integendeel dat in deze context van pluraliteit van overtuigingen en individualisering van religie tegen een achtergrond van vergevorderde secularisatie, theologen moeten deelnemen aan hedendaagse debatten en vragen (racisme, ecologie, seksisme, nulgroei, sociale rechtvaardigheid, artificiële intelligentie, etc.) en hun eigen geluid moeten laten horen. Kortom, theologie is maatschappelijk relevant. Omdat christenen vaak ver uiteenlopende meningen hebben sprekende zij met meerdere stemmen. Dit neemt niet weg dat zij allen willen meewerken aan het algemeen welzijn en sociale vooruitgang. Zoals de socioloog Jean-Paul Willaime schrijft, “zijn de bronnen van zingeving en de groepen die vectoren zijn van morele socialisatie en opvoeding niet zo talrijk dat we ons de luxe kunnen veroorloven geen rekening te houden met de bijdrage van religies” (La Guerre des dieux n’aura pas lieu, 2019).

 

Met het oog op een (beter) samenleven

 

In zijn laatste twee encyclieken, de ene over de milieuproblematiek (Laudato si, 2015) en de andere over broederlijkheid en sociale rechtvaardigheid (Fratelli tutti, 2020), belichaamt paus Franciscus deze aandacht voor publieke theologie. In de tweede vinden we zowel een uitdaging aan de wereldorde als constructieve voorstellen voor een verandering van het samenleven: “Als de muziek van het evangelie ophoudt te weerklinken in onze huizen, op onze pleinen, op de werkvloer, in de politiek en in de economie, zullen we het vuur hebben uitgedoofd die ons ertoe aanzet te strijden voor de waardigheid van iedere man en vrouw” (§279).

Deze theologie in de publieke ruimte, luisterend naar de vragen die leven in de samenleving en strevend naar praktische antwoorden, is niet het voorrecht van specialisten. Deze theologie kan worden ingezet op de schaal van een land via openbare redevoeringen en acties, maar ook op de schaal van een gemeente, een buurt, verschillende ontmoetingsplaatsen (vereniging, beroepsmilieu, universiteit, bejaardentehuis, enz.), waar christenen omgaan met hun leeftijdgenoten.

 

Er zijn voor- en nadelen aan de theologie publiek te maken

 

De voordelen zijn talrijk: hernieuwde geloofwaardigheid, de mogelijkheid om afstand te nemen van een jargon dat alleen voor “ingewijden” begrijpelijk is en van vragen die zich niemand in de rest van de samenleving stelt, om de christelijke overtuigingen vanuit een andere invalshoek te bekijken en te proberen ze te herformuleren in het licht van de zorgen van onze medeburgers. Het voordeel is een groter vermogen om te luisteren en empathie te tonen. De uitdaging is ook om concreet deel te nemen aan de transformatie van de samenleving, met het risico dat men op onbegrip kan botsen, maar ook onverwachte overeenkomsten en uitwisselingen met andere overtuigingen en gemeenschappen.

De “nadelen” (maar zijn het echt nadelen?) zijn te wijten aan het feit dat we niet het hele evangelie kunnen laten horen, maar alleen haar deel van de “wijsheid”, dat wil zeggen die bijzondere vorm van waarheid met een universeel karakter – men denke aan de wijsheidsliteratuur in de Bijbel, gemeengoed in andere religieuze tradities van die tijd – en gemakkelijk gedeeld kan worden omdat ze iedereen aangaat (vgl. Miroslav Volf, A Public Faith, 2011). Een voorbeeld is de dynamiek van verzoening die binnen het christendom wordt gewaardeerd.

In deze context van pluralistische samenlevingen worden starre en absolute gezagsposities evenmin aanvaard. Een dialoog in het belang van het algemeen welzijn met andere “geloofsleren” impliceert een vorm van relativering van het eigen discours, door eenvoudigweg aandacht te schenken aan de uitdrukking van andere, gelijkwaardige overtuigingen. Ook al kan het gezag van de Bijbel niet meer worden vastgesteld als absoluut, als het Woord van God, toch kan de Bijbel door iedereen worden opgevat als een “verheven en betekenisvolle tekst” (vgl. Gadamer) die op zijn beurt kan inspireren tot nieuwe inzichten.

 

Vooruitgang boeken in het publieke debat betekent ook samenhang brengen in het theologische discours

 

Paul Ricoeur benadrukt in een conferentie uit 1967 (Pleidooi voor een kerkelijke utopie, gepubliceerd in 2016), gebruikmakend van de uitdrukking van paus Paulus VI, dat christenen “humanisten bij uitstek zijn” en dat zij daarom “in die hoedanigheid in staat zijn om zeer betekenisvolle dingen te zeggen”. Bij nader inzien is de wens om de stem te laten weerklinken in de publiek ruimte essentieel voor een kerkelijke roeping.

 

De verleiding om zich terug te plooien op de eigen gemeenschap is volgens Ricoeur voortdurend aanwezig, het grote gevaar is dan dat men gaandeweg irrelevant wordt: “als religieuze gemeenschappen (…) een manier zijn om zich te beschermen tegen de tegenslagen van het leven en kritische reflectie, waarbij men angstvallig vermijdt zichzelf in vraag te stellen, om zich terug te trekken op zijn eigen eilandje, zullen zij irrelevant worden en deel uitmaken van de onbeduidendheden van de wereld”.

 

Ds. Bernard Coyault

Decaan van de Universitaire Faculteit voor Protestantse Theologie

 

Nieuwigheden en updates kan u hier terugvinden :  https://nl.protestant.link/

 

arrow