Waarom stilstaan bij vluchtelingen?
Op dinsdag 20 juni is het Wereldvluchtelingendag, ingesteld door de Verenigde Naties. De werkgroep MiSaG (Migratie, Samenleven en Geloven) van de VPKB biedt u dit jaar materiaal aan om stil te staan bij het thema van de vluchtelingen in onze wereld. U kunt dit aan de orde stellen tijdens de zondagse eredienst, op zondag 16 of zondag 23 juni of op een andere zondag.
Veel vluchtelingen wagen de oversteek in kleine bootjes over de Middellandse Zee of over het Kanaal, in de hoop veiligheid te vinden. In de voorbije maanden en jaren hebben talloze mensen hierdoor de dood gevonden in zee. De Europese autoriteiten laten dit gebeuren of dragen er zelfs actief aan bij door een beleid dat vooral gericht is op afschrikken en tegenhouden.
De bijdragen in dit DOORDENKERtje vormen een soort gereedschapskist, met gereedschap om uw eigen dienst vorm te geven. Zoals: materiaal voor een overweging, liederen en gebeden.
De Bijbelteksten zijn die van zondag 23 juni.
Evangelielezing: Marcus 4, 35-41, de storm op het meer.
Dit DOORDENKERtje is ook in pdf beschikbaar
Gebeden
Gedicht en credo
Bijbel: Psalm 142
Bijbel: Marcus 4,35-41
Verhaal bij Marcus 4,35-41
Suggesties liederen
Colofon
Gebed 1
In wat voor wereld
In wat voor wereld, Here God,
Breng ik mijn kinderen groot
Een wereld die humanitaire waarden aan de kant zet
En mensen geen tweede kans geeft.
Waar honger heerst en armoe schrijnt
Waar liefde steeds meer verdwijnt
De aarde is in nood
De schepping gaat langzaam dood
Kinderen leven zonder brood.
Hoe leer ik mijn kinderen niet bang te zijn
Voor wat de politiek zegt
Hoe leer ik hen dat hun wapenrusting
Vrede heet
Dat lukt me maar zo slecht
Hoe durf ik vertrouwen
dat ik het niet zelf alleen hoeft te doen
Ik weet dat Uw kracht genade en gratis is
Het hangt niet enkel af van mij
Ik weet dat u ieder van ons talenten heeft gegeven
Om samen menswaardig te leven
Geef dat ik een voorbeeld ben
Zodat de ander U in mij erkent
Met vallen en opstaan
Met humor en een traan
Gebed 2 (Henk Jongerius)
Goede God,
Gij die als een verre stem in ons bestaan weerklinkt,
Gij die ons roept ons heil niet te zoeken in eigen haard en huis
maar in de warmte en het onderdak dat wij anderen kunnen bieden :
doe ons uw Stem horen, laat ons uw Aangezicht zien
in Hem die als een vreemdeling ons leven is binnengekomen
en de mensen hoop heeft gegeven door naast hen te gaan staan,
Jezus, de Man van Nazareth.
Schenk ons vertrouwen in zijn woorden zolang wij onderweg zijn
opdat wij eenmaal uw land bereiken waar alle haat is uitgewist en alle tweedracht gestild,
waar mensen van vreemdelingen tot vrienden zijn geworden,
tochtgenoten naar uw koninkrijk, broeders en zusters van elkaar.
Amen
Gebed 3 (op te nemen in de voorbeden)
O Eeuwige, onze liefhebbende en barmhartige God!
Zoveel mensen op de vlucht door hitte, droogte of overstroming.
Zoveel mensen bedreigd, zoveel mensen uit hun huizen opgejaagd.
Zoveel eenzaamheid en verborgen verdriet in de huizen van de mensen.
Zoveel huizen die geen thuis zijn.
Zoveel huizen waar mensen niet op adem kunnen komen,
zoveel zoeken en verlangen naar een plaats om te huilen, een plek om te schuilen.
Zoveel zoeken naar ruimte voor vreemde gasten,
verslaafden, verdrevenen, uitgejouwden.
Gezegend zijn de huizen waar de deuren niet gesloten blijven,
waar brood en tijd gedeeld worden met wie ontredderd zijn, zoeken naar rust en houvast.
Gezegend zijn de huizen waar mensen niet alleen maar leven voor zichzelf,
maar leven delen met elkaar en met hen die aankloppen aan hun deur.
Gezegend zijn de handen van hen die zorgvuldig doen wat nodig is.
Gezegend zijn de handen van hen die het eenvoudige doen
opdat het leven leefbaar en menswaardig blijft.
Gezegend zijn zij die innerlijke ruimte hebben
om het verhaal te ontvangen van wie gestrand zijn op de levensweg
en zoeken naar het oor van een medemens om gehoord te worden.
Gezegend zijn zij in de Naam van de Eeuwige,
Die niet zal vergeten wie vreemde gasten uitnodigt aan zijn tafel,
maar Die hen toekomst schenkt, en leven in overvloed.
Zegene ons dan onze God,
wanneer wij aan mensen in nood
een open huis en een open hart willen reiken
en wanneer we samen vechten
tegen de uitsluiting van zovelen
in de Naam van de Vader,
de Zoon en de Heilige Geest.
Amen
Psalm 142 in het Nederlands (Vertaling Huub Oosterhuis) Ik schreeuw het uit, ik schreeuw naar God, o God, ik bid en smeek om genade. Ik stort mijn klachten uit voor zijn ogen, ik stort mijn hele klacht bij Hem uit. Ik kan niet meer, ik heb geen adem meer – maar Gij, Gij weet een uitweg voor mij. Zij hebben valstrikken voor mij gezet, waar ik wend of keer, geen vriend, geen vriend voor mij, geen toevlucht meer, niemand die ook maar iets om mij geeft.Ik schreeuwde naar U, o God, ik riep: mijn toevlucht, Gij mijn alles in dit leven. Maar luister dan toch, ik ben bijna geen mens meer, red mij dan toch, ze jagen op me, ze zijn me te machtig. Ze sluiten mij in, God, haal me er uit en ik zal U tonen hoe dankbaar ik ben. En al uw getrouwen wensen mij geluk omdat Gij goed voor mij zijt geweest. |
Psalm 142 in English: New International Version I cry aloud to the LORD; I lift up my voice to the Lord for mercy. I pour out my complaint before him; before him I tell my trouble. When my spirit grows faint within me it is you who know my way. In the path where I walk men have hidden a snare for me. Look to my right and see; no one is concerned for me. I have no refuge;no one cares for my life.I cry to you, O LORD; I say: “You are my refuge, my portion in the land of living.” Listen to my cry, for I am in desperate need; rescue me from those who pursue me, for they are too strong for me. Set me free from my prison, that I may praise your name. Then the righteous will gather about me because of your goodness to me. |
|
Psaume 142 en Français: Traduction de Louis Segond De ma voix je crie a l’Eternel, De ma voix j’implore l’Eternel. Je répands ma plainte devant lui, Je lui raconte ma détresse. Quand mon esprit est abattu au dedans de moi, Toi, tu connais mon sentier. Sur la route où je marche Ils m’ont tendu un piège. Jette, les yeux à droite, et regarde! Personne ne me reconnaît, Tout refuge est perdu pour moi, Nul me prend souci de mon âme.Eternel! c’est à toi que je crie. Je dis: Tu es mon refuge, Mon partage sur la terre des vivants. Sois attentif à mes cris! Car je suis bien malheureux. Délivre-moi de ceux qui me poursuivent! Car ils sont plus forts que moi. Tire mon âme de sa prison, Afin que je célèbre ton nom! Les justes viendront m’entourer, Quands tu m’auras fait du bien. |
Parafrase Marcus 4, 35 – 41: De storm (Ina Koeman)
“Laten we naar de overkant van de zee gaan”, zei Jezus tegen zijn vrienden, “hier komen we niet tot rust. De vragen van mensen overspoelen ons”.
Ze stapten in het schip en voeren weg, juist toen het donker begon te worden. Het schip schommelde op de golven. De wind deed de zeilen bollen. Jezus viel in slaap. Hij rustte in vrede. Alsof er niets te vrezen was. Terwijl de zee toch een bedreiging vormde. De zee was immers altijd al het symbool voor de levensbedreigende zaken in het leven. De zee was onbetrouwbaar.
Er kwamen donkere wolken. Die daalden van de bergen naar beneden op de zee. Er stak een storm op. De golven sloegen over het schip heen. Het liep vol water.
En Jezus sliep door – alsof hij van de koning geen kwaad wist.
Zijn vrienden stroomden vol met angst, zoals het schip volstroomde met water. En Jezus sliep door – alsof de zee hem niet raakte.
“Word wakker, trek je je niks aan van de ellende die ons overkomt? Straks gaan we eraan. Onze toekomst is om zeep!”, zo wekten zij Hem.
En Hij stond op en zei tegen de zee, die nochtans levensbedreigend was: “Zwijg. Wees stil”.
En de wind ging liggen en het werd volkomen stil.
En Hij zei: “Waarom lieten jullie je zo volstromen met angst? Je moet niet zo gauw geloven dat we doodgaan. Anders gebeurt het ook nog veel te gauw”.
En zij werden opnieuw vol van angst, maar nu anders, want ze zeiden: “Hoe kan het dat iemand zelfs de grootste bedreiging kan indammen en zelfs de zee, de grote levensbedreiger, doen zwijgen? Hoe kan het dat iemand tegen alle reële dreiging in, toch blijft geloven in leven en in toekomst?”
Verhaal bij Marcus 4, 35-41 (Bruno Libbrecht)
Maart 2024: Vorige week stierf Roula, een meisje van zeven onderweg naar een beter leven.
De laatste 14 dagen stierven 5 mensen in onze Noordzee.
Vandaag is het vier jaar geleden dat Baqer stierf …
We vergeten het niet, nooit. We waren er kapot van. Zijn leven stopte op 14 jaar. Veertien bewogen jaren.
Diep onder de indruk van wat we toen ‘de gaten’ noemden in onze beschaving schreven we onderstaand tekstje. Vandaag durven we het bewuste nalatigheid noemen…. Hoe hoger de muren en grenzen die we bouwen hoe meer mensen sterven.
Ik schreef toen: We kregen slecht nieuws ivm Baqer, een jongen die we af en toe tegenkwamen tijdens onze bezoeken aan Duinkerke. Veertien jaar oud. Overleden. We werden er stil van. We waren van slag. De eerste ontmoetingen, meer dan een jaar terug, waren samen met zijn zussen en tante. De laatste helemaal alleen. Een deel van zijn familie verloor hij in Griekenland uit het oog, een ander deel raakte over met een bootje naar de VK, Het bootje van hem en zijn zussen die dag niet. Er volgden nog vele pogingen. Nog vele mislukkingen waarin hij soms net aan de dood ontsnapte. Een week voor zijn overlijden zagen we hem nog. Alleen, de zussen konden het leven in de jungle van Duinkerke niet meer aan. Zij verbleven in het binnenland. Hij wou het op zijn eentje wagen. Hij wou hier weg en snel. Hij wou bewijzen dat hij het kon. Die jongen met die verlegen lach. Hij vroeg ons om een reddingsvest… Ja zo gaat het daar: smokkelaars zorgen voor gammele bootjes, reddingsvesten horen daar niet bij.
Baqer werd maar veertien, zijn dromen zullen nooit uitkomen….
Hij blijft in onze gedachten. Dit herinnert ons aan de mazen in het net van wat we beschaving noemen. Dit had niet gemogen.
Baqer je mocht er zijn.
April 2024: Verenigd Koninkrijk en Rwanda starten een mensenhandel op.
Nadat strengere wetten en hardere grenzen hopeloze mensen in de armen van mensensmokkelaars dreven, zullen vanaf nu niet alleen mensenhandelaars verdienen aan mensen op de vlucht. Ook het instabiele en harteloze regime van Rwanda verdient vanaf nu 23.000 euro per persoon die de UK hen verkoopt.
Mensen vluchten niet zomaar. Mensen vluchten niet naar ergens. Mensen vluchten weg van ergens. Mensen uitwijzen of verkopen is niet alleen onmenselijk. Het lost niks op. Niks. Het is wijzigt niks aan de redenen waarom mensen vluchten. Het zorgt voor meer miserie. Meer criminaliteit. Meer illegaliteit. Meer smokkelaars. |
Deze reppen zich nu vrolijk naar Rwanda, waar ze opnieuw mensen zullen ronselen voor een nieuwe lucratieve smokkelroute.
Nieuwe ellende.
PS ook vorige nacht kwamen alweer 5 mensen, waaronder een achtjarig meisje, om bij de overtocht in onze Noordzee.
Zolang het voor hen aan land onveiliger is dan op zee zullen mensen risico’s blijven nemen.
Suggesties liederen
Lied 997: – en vele duizenden, ontheemd (zie https://youtu.be/BhJqrRMB7dg)
Lied 975: Nobody knows the trouble I’ve seen
Lied 598: Als alles duister is (evt met uitdelen van kaarsjes)
De zee is overstelpend (Willem Barnard, Melodie; NLB 605 De toekomst is al gaande)
1.De zee is overstelpend van wisselvalligheid, haar parelmoeren schelpen behelzen zaligheid,2.maar in het grote einde zal er geen zee meer zijn, de wereld wordt doorschijnend van licht en zonneschijn.3.De ongeboren schemer, het ademend getij, zijn in de nacht verdwenen, er is een overzij. |
4.Een stroom van helder water komt uit de hemel voort, een moeder is de aarde, een vader is het woord.5.Het ongewisse leven, de dood genadeloos, zijn door de Geest verdreven, wij leven ademloos. |
Houd niet langer je onzichtbaar (tekst: Herman Verbeek, melodie: Alle Menschen werden Brüder.)
1. Houd niet langer je onzichtbaar, zeg het ze: ik ben die ben, laat je zien en kom naar buiten, durf te zijn zoals je bent. Heilig ben ik en onzichtbaar, onrecht zie ik – wereldbrand – mensen hoor ik stemloos schreeuwen ik ga voor naar ‘t heilig land.2. Maar het blijkt de markt der heren, groot de heren, groot hun geld, winst dat is gestolde arbeid, ons ontstolen met geweld. Wat zij bieden is geboden en ons recht is niet in tel, wat zij eisen mag jij vragen, slechts hun weelde gaat het wel. |
3. Houd de hand vooral onzichtbaar, heren houd uw geld geheim, houd ze vrij uw dichte handen klauwen blijken het te zijn. Vrouwen, mannen, kom te voorschijn, maak het goed, kom op voor recht maak de markt tot de gemeente waar je bidt en waar je vecht!4. Is het klein zijn aard der kleinen, denk en doe dan naar je aard, wat door groten wordt verborgen wordt in jou geopenbaard. Houd niet langer je onzichtbaar zeg het ze: ik ben die ben laat je zien en kom naar buiten, durf te zijn zoals je bent. |
Namens de werkgroep MiSaG (Migratie, Samenleving en Geloven) van de VPKB,
ds. Ina Koeman, emeritus stadspredikant Antwerpen (teksten)
ds. Heleen Ransijn, stadspredikant Gent (redactie)