Wie vanop de luchthaven van Zaventem vrolijk op vakantie vertrekt, heeft er weinig oog voor: een groep dak– en thuisloze mensen. Haast onzichtbaar mengen ze zich onder de reizigers.
Donderdag. In de vertrekhal van Brussels Airport heerst de gekende drukte. Tijdens mijn wekelijkse ronde in de luchthaven leg ik naast contact met de bezoekers in de protestantse kapellen (een op de Schengenafdeling en een op de non-Schengen afdeling) ook wekelijks contact met o.a. de daklozen. De vaste ‘klanten’ ken ik één voor één.
Zo ontmoet ik een Roemeense dakloze die jarenlang voor een hongerloon op ‘el campo’ heeft gewerkt, het Spaanse platteland. Maar nu is zijn beste tijd voorbij – zestig en diabeet. Op een van zijn zwerftochten is hij naar Brussel afgezakt en op zoek naar een veilige en warme plek is hij in de luchthaven verzeild. Hij vertelt dat hij zijn dagen vult met zitten, naar de mensen kijken en de verveling weg drinken; “Ik vind makkelijk eten in de vuilbakken”.
In een rustige hoek van de vertrekhal ontmoet ik ze steevast. Eén is de ancien van het gezelschap. Hij leeft hier ondertussen tien jaar. Hij zit weggezakt in een dikke slaapzak en heeft zich omringd met een volgeladen trolley en reistassen. Naast hem ligt een pakje ham, door iemand toegestopt omdat het over datum is. Hij vertelt dat hij vrij jong beide ouders verloor. Hij zocht een simpele job in het Europese land waar hij daar het beste voor betaald werd. Na jaren werken in een keuken verdween zijn baas met de noorderzon. Inclusief zijn hele administratie. Hij vond niet meteen een nieuwe job, wist niet te bewijzen hoe hij in ons land een leven had opgebouwd.
Een andere dakloze, ooit politieagent in Brussel, maar nu een zestiger met gezondheidsproblemen – zit hier ‘nog maar’ twee maanden. “Ik krijg een pensioentje en kom er wel”, zegt hij, en: “Ik maak me vooral zorgen om de andere daklozen hier. Ik trek hier vaak grote ogen. Onderschat nooit wat sommige mensen al meegemaakt hebben.”
Zo rustig als hij in zijn stoeltje zit, zo gejaagd draaft weer een andere door de vertrekhal. “Ooit had ik alles: een appartement en een partner, een job en een auto. Maar kijk, nu zit ik hier”, vertelt de dertiger. “Ik heb altijd in Zaventem gewoond”.
De daklozen herhalen het keer op keer: dat ze echt niemand tot last willen zijn. Ze zitten speciaal in het verste hoekje weggedoken.
Op vraag van Brussels Airport schakelde de luchthaven de hulp in van CAW Halle-Vilvoorde. De luchthavenautoriteiten hebben best goede bedoelingen, maar zijn mee slachtoffer van een dramatische maatschappelijke tendens – van een gebrek aan opvang en zorg voor deze groep mensen.
Samen met hen zoeken we naar perspectief en soms wordt er een oplossing gevonden voor wat eerst een uitzichtloze situatie leek.
Het is heel fijn dat de mensen van het CAW er zijn en ik met hen kan samenwerken.
De daklozen zeggen me dikwijls dat ze blij zijn en respect hebben dat ik hen zie en aanspreek, hen bij christelijke feestdagen een mooie wenskaart breng en hen steun in hun communicatie met de diensten op de luchthaven, die niet altijd goed verloopt.
Ik zie het als een voorrecht en een zegen om naast hen te blijven staan en bewustzijn te leren en te delen met anderen dat de omstandigheden van het leven ons allemaal kwetsbaar kunnen maken.
Wij kunnen allen ook vreugde ervaren als we als broeders en zusters bereid zijn om mee te zorgen voor degenen die dit het hardste nodig hebben in onze samenleving: daklozen, ouderen, kansarmen, zieken of eenzamen, kinderen in moeilijkheden, mensen met een beperking, vluchtelingen, migranten, enz.
Als christenen kunnen we onze ware identiteit alleen vinden als we oprecht open staan voor hen.
‘Alles wat jullie voor een van deze onaanzienlijke hebben gedaan, hebben jullie ook voor Mij gedaan’ (Matthëus 25)
Ds. Marc Loos (met dank aan Marijn Sillis – Sociaal.net)
Luchthavenaalmoezenier Zaventem (B)
Verenigde Protestantse Kerk in België
Beeld: Jérôme @ wikimedia.org
Permission is granted to copy, distribute and/or modify this document under the terms of the GNU Free Documentation License, Version 1.2 or any later version published by the Free Software Foundation; with no Invariant Sections, no Front-Cover Texts, and no Back-Cover Texts. A copy of the license is included in the section entitled GNU Free Documentation License. |