Werken aan vrede door de weg van de gastvrijheid te gaan Thema 3: Gastvrij omgaan met elkaar is ook zelf warmhartelijk zijn

Het verhaal in Gen 18 zoomt vooral in op de gastvrije houding van de gastheer. Abraham komt naar voren als een gastheer, die naar zijn gasten toe beweegt en hen met alle hartelijkheid uitnodigt voor een maaltijd. Toch valt ook op dat de uitnodiging open en hartelijk is, maar niet dwingend. Gastvrijheid is natuurlijk nooit éénrichtingsverkeer. Ook van de gasten wordt een open en warmhartelijke houding gevraagd: de openheid om in te gaan op de uitnodiging, en de bereidheid om de gastheer ten volle gastheer te laten zijn. Het perspectief van de gast, komt in Lucas 10 sterk naar voren, waar Jezus de leerlingen de wereld instuurt om het evangelie te verkondigen. Op die reis, die lang en zwaar zal zijn, moedigt Jezus hen aan om geen grote buidel geld mee te nemen, maar te vertrouwen op de gastvrijheid van de mensen, om aan te kloppen en hun gastheer te begroeten met de woorden: “vrede voor dit huis” (Lc 10:4-5). Wie wel eens een stukje van de pelgrimsroute naar Santiago heeft gelopen, herkent hierin de spiritualiteit van de Camino: als pelgrims in alle eenvoud op weg gaan, en vol vertrouwen je hart openstellen voor de herbergiers die je ontvangen, zomaar eventjes oplopen met een ander, om een verhaal te delen, dan weer stil vallen om te ontdekken wie je zelf bent, wat er echt toe doet, en hoe God steeds aanwezig is op je weg, in de bergen en de rotsen, de kronkelpaadjes, de heuvels en de beekjes, de vogels in de lucht.

 

Lied bij Lucas 10

Vrede zij u, vrede zij u,

gelijk mij de vader zond,

zend ik ook u.

Vrede zij u, vrede zij u,

gelijk mij de Vader zond,

zend ik ook u.

Blijf gij in mij, blijf gij in mij,

mijn woord dat moet in u zijn,

dat maakt u vrij.

Blijf gij in mij, blijf gij in mij,

mijn woord moet in u zijn,

dat maakt u vrij.

Ontvang mijn Geest,

heilige Geest,

en hij zal u leiden,

weest niet bevreesd.

Ontvang mij Geest,

heilige Geest,

En hij zal u leiden,

weest niet bevreesd.

Lied 699 uit de Johannes

de Heer liedbundel

 

 

arrow