Het einde

‘Euthanasie toch weer aan opmars bezig’, kopte De Standaard op 18 juli. En ook: ‘Vergrijzing vormt aanleiding om blijvende groei te verwachten’.

Ik vraag me af hoe dit bericht precies moet worden opgevat.

Moet het me blij maken? – groei en opmars zijn toch in het algemeen positief, tenzij het gaat om tumoren en andere kwaadaardigheden in de wereld. Is de toonzetting eerder neutraal? Of moeten we de boodschap – inderdaad – opvatten als een tendens die zorgen baart?

Vermoedelijk is het van alle drie een beetje. In de eerste plaats worden er gewoon wat cijfers weergegeven; drie jaar lang bleef het aantal euthanasiegevallen stabiel, maar in 2017 steeg het cijfer met 13%. Verder denk ik dat het een groot goed is dat mensen die uitzichtloos lijden alle behandelopties kunnen overdenken en bespreken, inclusief die van een weloverwogen dood.

Maar het gemak waarmee bericht wordt over verwachte groei als geldt het een economische voorspelling doet me innerlijk toch enigszins steigeren, vooral daar waar melding wordt gemaakt van een toename van euthanasiegevallen in de woonzorgcentra. Wordt in die centra een sfeer gecreëerd die drempelverlagend of zelfs besmettelijk is? En in hoeverre is een mens nog vrij de ouderdom en het lijden dat daarmee gepaard kan gaan te aanvaarden? Vindt die mens nog medemensen die die keuze volledig ondersteunen en die tot het bittere einde bij hem willen blijven?

 

Annet Sinnema – Buurman

 

Het artikel in de standaard

 

arrow