“Op zijn naam zullen alle volken hun hoop vestigen.”

Matteüs 12:21

Hoewel Dendermonde een eigen scheepvaartmuseum heeft (in Baasrode!), wil ik u even meenemen naar Klein-Willebroek. Het ligt pal tussen de Rupel en het Zeekanaal Schelde-Brussel, nog geen 25 kilometer van hier. In dit gehucht waren in het verleden maar liefst tien scheepswerven gevestigd. Van de bouwwerf van een ervan, Fulton, werd in mijn geboortejaar 1965 een nieuw motorvrachtschip te water gelaten. De Rotterdamse eigenaar doopte het schip Spes. Deze latijnse naam betekent: Hoop. Intussen is het schip enkele malen van eigenaar gewisseld, maar het vaart nog altijd onder diezelfde naam Spes. Op het internet vond ik een foto genomen tijdens de storm Barbara in februari van dit jaar.

Waarom zou een binnenvaartschipper zijn schip de naam Hoop geven? Zou het niet zijn omdat hij beseft dat het niet vanzelf-sprekend is dat hij veilig zijn doel zal bereiken? Wil hij er misschien mee uitdrukken dat hij – telkens hij uitvaart – hoopt op bescherming on-derweg en hoopt op een behouden aan-komst? Ik vind het treffend dat deze foto gemaakt werd tijdens de storm, net voordat de coronacrisis hard toesloeg en het jaar 2020 voor zeer velen zo zwaar en onzeker geworden is…

Hopen wij in dit leven – en zeker in deze moeilijke tijd – ook niet dat we goed terecht zullen komen?!

In het boek Bijbelse woorden en hun geheim las ik volgende uitspraak van Plato: “Het zijn van de mens is bepaald door wat hij hoopt en hoe hij hoopt.” De schrijver, F.J. Pop, merkt daarbij op: “In Griekenland is het woord hoop een neutraal begrip; het kan betekenen zowel verwachting van iets goeds als van iets slechts… In het Oude Testament daarentegen is hoop altijd hoop op iets goeds. Men hoopt (op iets goeds) of men vreest (iets ergs).”

De vraag is: wat vervult ons het meest – hoop of angst? Dat lijkt me een heel belangrijke vraag om onszelf te stellen in deze weken van advent: worden wij bepaald door vertrouwen dat het goed komt, of worden wij bepaald door vrees dat het slecht afloopt – met onszelf of met onze geliefden, met ons land of met de wereld?

De tekst boven deze meditatie vinden we in het evangelie van Matteüs. Het is eigenlijk een citaat uit Jesaja 42:1-4 (het eerste knechtslied). Matteüs wil zijn hoorders en lezers duidelijk maken dat Jezus de langverwachte messias is: de koning van de Joden in de gestalte van een dienaar. In Jezus is God ons nabij! En Matteüs heeft gezien dat dit heil vérder reikt dan de zonen en dochters van Israël: op zijn naam zullen alle volken hun hoop vestigen!

In een wereld waarin zoveel onzeker is, waarin zoveel onrecht bestaat en zoveel chaos heerst, daar mag dít ons houvast zijn: God is ons nabij in zijn Zoon, die mens geworden is om ons te redden van de dood – de afgrond, het niets, het onherroepelijke einde waarvoor wij het meest zouden moeten vrezen. Dit jaar vieren wij Kerst misschien heel anders dan we gewoon waren, maar laat dít toch onze vreugde zijn: Hij is onze hoop!

Peter Smits

Beeld: pixabay

arrow