Naar een ecologische theologie

Twee interessante boeken over een ecologische theologie hebben het Nederlandse taalgebied onlangs verrijkt. Het gaat om:

Kelly Keasberry: “Geworteld in verbinding. Een ecologische theologie voor de toekomst”, Galant, Antwerpen, 2024, 284 blz, Euro 30,00

Matthijs de Jong en Cor Hoogerwerf: “Hemels Groen. Nieuw licht op duurzaamheid als Bijbels thema”, Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap, Haarlem/Antwerpen, 2024, 328 blz, Euro 24,95

Het boek van Kelly Keasberry is de handelseditie van het gelijknamige proefschrift dat in 2023 verdedigd werd bij de Faculteit voor Protestantse Theologie en Religiestudies (FTPR) te Brussel. De negen hoofdstukken behandelen steeds een ander perspectief op de ecologische crisis waarmee we ons geconfronteerd zien. Aan de basis van die crisis ligt het vooruitgangsgeloof en het scheiden van geest en materie dat diep geworteld is in de westerse filosofische geschiedenis. Dit heeft geleid tot dualisme in onze manier van denken en doen. Het christendom gaat daarbij niet geheel vrijuit. Keasberry verwijst o.a. naar Lynn White die reeds in de zestiger jaren betoogde dat het christendom heeft bijgedragen aan een antropocentrische kijk op de wereld en de ‘objectivering’ van de natuur. De mens, die altijd een onderdeel van de natuur was geweest, evolueerde zo tot de kroon van de schepping. Sterker nog, hij kreeg het goddelijke mandaat om over de schepping te heersen en die te onderwerpen.

Deze manier van denken is volgens Kelly Keasberry hoognodig aan een correctie toe. Daartoe voert zij verschillende redenen aan. Zo wijst zij onder andere op het begrip verlossing dat als een rode draad door de hele Bijbel heen geweven is. De gangbare klassieke theologie heeft echter vaak over het hoofd gezien dat verlossing zich uitstrekt tot over de gehele schepping (zie bijvoorbeeld Kolossensen 1:20).

Tegenover het scheidingsdenken benadrukt Kelly Keasberry de noodzaak van het zoeken naar verbinding. Die verbinding is een belangrijk element in de ecologische theologie. De wortels van zo’n theologie zijn oud en voeren terug naar naar kerkvaders zoals Gregorius van Nyssa (335-395) en naar iemand als Franciscus van Assisi (1181/82-1226). Het uitgangspunt is de fundamentele verbondenheid tussen God, mens en kosmos. De wereld wordt gezien als een samenhangend geheel waarin alle levensvormen met elkaar verbonden zijn in een web van onderlinge relaties. Zo’n wereldbeeld vormt een correctie op het antropocentrisme dat de mens als heerser over de schepping ziet. Door met nieuwe ogen te kijken, kunnen we een hernieuwde verbondenheid ervaren met God, de natuurlijke wereld en al wat leeft.

Ecotheologie biedt ook een vernieuwd perspectief door meer aandacht te besteden aan het relationele aspect van de christologie. Keasberry verwijst in dit verband naar de theologe Sally McFague die in God drie activiteiten ziet samenkomen: God als Schepper (Vader), God als Bevrijder (Zoon) en God als Onderhouder (Heilige Geest). Zo is de Drie-Eenheid minder een dogma maar eerder een verwijzing naar verbondenheid en relatie.

In de jaren ’80 lanceerde de Wereldraad van Kerken het Conciliair Proces voor Gerechtigheid, Vrede en Heelheid van de Schepping.  De verbinding tussen die drie thema’s vormde de leidraad voor dit proces. Hoewel Kelly Keasberry niet verwijst naar het werk van internationale oecumenische organisaties, pikt zij de draad van het Conciliar Proces impliciet op door de noodzaak van ‘verbinding’ opnieuw centraal te stellen. De lezer wordt met dit interessante boek uitgenodigd tot reflectie en actie met betrekking tot de hoogst noodzakelijke vernieuwing van ons theologisch denken over de plaats en de rol van de mens in Gods schepping.

Het begrip ‘verbinding’ is ook een belangrijk thema in het boek Hemels Groen van Matthijs de Jong en Cor Hoogerwerf. Welk deel van de Bijbel je ook leest, steeds is het visioen van heelheid verbonden met de schepping als geheel. Het gaat om de onderlinge verbondenheid van de schepping (psalmen), en de samenhang tussen de morele, de kosmische en de natuurlijke orde (expliciet bij de profeten, in Gods redevoeringen in het boek Job en in Openbaring, maar impliciet ook in de rest van de Bijbel). De auteurs laten zien dat in de Bijbel schatten en inzichten verborgen liggen die veel te lang vergeten of over het hoofd gezien zijn. De Bijbel gaat niet alleen over geestelijk leven – hij gaat over alle aspecten van ons bestaan. Te vaak is in het Westen de theologie versmald geraakt tot de relatie God – mens. De aarde was daarbij slechts het decor. Het is volgens De Jong en Hoogerwerf hoog tijd dat deze vorm van theologie herzien wordt.

De auteurs doen daartoe een poging en wel op een grondige en zeer integere manier. Ze zijn zich ervan bewust dat de Bijbel een ‘meerstemmig’ boek is dat op verschillende manieren wordt geïnterpreteerd. Zo wijzen zij erop dat de Bijbelse teksten eeuwenlang geen hoofdstuknummers hadden. Die zijn later toegevoegd maar een tekstindeling weerspiegelt altijd een interpretatie. Dat gebeurde bijvoorbeeld bij het boek Genesis. Als je een streep zet na Genesis 1:31, aan het einde van de zesde dag, dan valt de nadruk automatisch op de schepping van de mens. Lees je daarentegen dóór tot en met de zevende dag, dan wordt het heersen van de mens ingekaderd in de dienst aan Gods orde voor de schepping. Die zevende dag, de sabbat, vormt een centraal begrip in het scheppingsverhaal zowel als in de Bijbel als geheel. De mens heeft de taak gekregen de sabbatsorde te eerbiedigen en daarin dieren en land mee te nemen. Voor ons kan dit een richtingwijzer zijn voor een duurzamer en ecologisch bewuster leven.

De Jong en Hoogerwerf zijn kritisch op de wijze waarop het begrip ‘rentmeesterschap’ vaak wordt ingevuld omdat daarmee de mens buiten en boven de rest van de schepping wordt geplaatst. De schepping wordt zo immers door een utilistische bril (gericht op nut) bekeken. De auteurs geven de voorkeur aan de visie van Paulus die volgens hen de schepping ziet als bondgenoot van de gelovigen (Romeinen 8:18-30). De mensheid en de schepping als geheel hebben deel aan het lijden zowel als aan  de verlossing. God heeft een verbond gesloten met de gehele schepping (Genesis 9) waardoor de mensheid en de schepping als geheel bondgenoten zijn geworden. Het begrip ‘bondgenootschap’ is dynamischer dan ‘rentmeesterschap’ en maakt de verhouding gelijkwaardiger. Het nodigt ons uit om ecologisch bewust samen te leven met de schepping vanuit de driehoeksverhouding tussen God, mens en de aarde.

De auteurs verwijzen verwijzen instemmend naar de schrijfster Marilynne Robinson die meent dat tweehonderd jaar rationalisme ons heeft afgestompt. Ons gevoel voor heiligheid lijkt grotendeels verdwenen. Het loflied op de schepping is verstomd geraakt. Het is hoog tijd voor een grondige theologische herbezinning.

Het boeiende boek van Matthijs de Jong en Cor Hoogerwerf eindigt met, per hoofdstuk, een aantal gespreksvragen. Dit maakt het zeer geschikt voor Bijbelstudie- en gespreksgroepen.

Rob van Drimmelen

Secretaris  Werkgroep Kerk in de Samenleving

arrow