De Verenigde Protestantse Kerk in België heeft in een brief haar medeleven betuigd aan de ouders van de kleine Mawda, de tweejarige peuter die op 17 mei jl. tijdens een politieachtervolging in Bergen door een kogel om het leven kwam.
In afwachting van het resultaat van het door de Eerste Minister aangekondige onafhankelijke onderzoek naar de omstandigheden van de dood van Mawda, neemt zij afstand van de al te makkelijke en zelfs populistische taal waarin wordt opgeroepen ook eens naar het aandeel van de slachtoffers, i.c. de ouders te kijken. Dit is niet slechts een insinuerend en pijnlijk, maar ook een uiterst gevaarlijk discours dat ingaat tegen de grondslagen van onze rechtstaat die de mensenrechten van éénieder dient te garanderen: van mensen met en zonder papieren, van vrije burgers en van gedetineerden, van verdachte en van onverdachte mensen.
De Verenigde Protestantse Kerk in België zet zich in voor een samenleving vol van oprecht medeleven, waarin het niet mag gebeuren dat mensen zoals de ouders van Mawda zo mogelijk dubbel getroffen worden en niet slechts hun dochtertje verloren maar ook insinuaties moeten aanhoren die hen daarvoor medeverantwoordelijk stellen.
Onze gedachten gaan ook uit naar de betrokken politieagenten. De opdracht om de orde te handhaven is een taak die wetsdienaren soms moeten uitvoeren met gevaar voor eigen leven, zoals op dinsdag 29 mei jammerlijk bleek.
Onze ingewikkelde wereld heeft geen baat bij beschuldigingen over en weer m.b.t. de dramatische gebeurtenissen op 17 mei. Wel aan de wil om die complexiteit onder ogen te zien, niet weg te kruipen in al te makkelijke antwoorden maar elkaar vast te houden, juist ook bij de moeilijk te beantwoorden vragen in de zoektocht naar een beter beleid.
Ds. Steven H. Fuite,
synodevoorzitter van de Verenigde Protestantse Kerk in België
Home, by Warsan Shire (British-Somali poet)
no one leaves home unless
home is the mouth of a shark.
you only run for the border
when you see the whole city
running as well.
your neighbours running faster
than you, the boy you went to school with
who kissed you dizzy behind
the old tin factory is
holding a gun bigger than his body,
you only leave home
when home won’t let you stay.
no one would leave home unless home
chased you, fire under feet,
hot blood in your belly.
it’s not something you ever thought about
doing, and so when you did –
you carried the anthem under your breath,
waiting until the airport toilet
to tear up the passport and swallow,
each mouthful of paper making it clear that
you would not be going back.
you have to understand,
no one puts their children in a boat
unless the water is safer than the land.
who would choose to spend days
and nights in the stomach of a truck
unless the miles travelled
meant something more than journey.
no one would choose to crawl under fences,
be beaten until your shadow leaves you,
raped, then drowned, forced to the bottom of
the boat because you are darker, be sold,
starved, shot at the border like a sick animal,
be pitied, lose your name, lose your family,
make a refugee camp a home for a year or two or ten,
stripped and searched, find prison everywhere
and if you survive and you are greeted on the other side
with go home blacks, refugees
dirty immigrants, asylum seekers
sucking our country dry of milk,
dark, with their hands out
smell strange, savage –
look what they’ve done to their own countries,
what will they do to ours?
the dirty looks in the street
softer than a limb torn off,
the indignity of everyday life
more tender than fourteen men who
look like your father, between
your legs, insults easier to swallow
than rubble, than your child’s body
in pieces – for now, forget about pride
your survival is more important.
i want to go home, but home is the mouth of a shark
home is the barrel of the gun
and no one would leave home
unless home chased you to the shore
unless home tells you to
leave what you could not behind,
even if it was human.
no one leaves home until home
is a damp voice in your ear saying
leave, run now, i don’t know what
i’ve become.