DE VROUW IN DE BIJBEL : ZIPPORA

In Exodus 4 lezen we het mysterieuze, dramatische verhaal van God die Mozes wil doden omdat hij zich niet naar Gods bevel heeft laten besnijden. Zippora, de vrouw van Mozes, voorkomt dit echter door haar snelle optreden. Ze komt Mozes te hulp en is niet alleen een redder voor hem, maar door haar daad redt ze het gehele volk Israël. Hoe verloopt deze geschiedenis ?

Nadat Mozes in Gosen (Egypte) een Egyptenaar, die één van de IsraëIieten had mishandeld, heeft doodgeslagen, vlucht hij naar Midian. Daar ontmoet hij bij een waterput Zippora (‘kleine vogel”), een van de zeven dochters van Jethro, een schaapherder die ook priester is in Midian (Ex. 2 :18 – Ex. 3 : 1). Mozes verdrijft de andere herders die hun kudden komen drenken bij de bron en helpt Zippora met haar vee. Als Zippora tenslotte thuis komt bij haar vader, vraagt deze: ‘hoe kan het, dat je vandaag zo vroeg weer hier bent?’ Het meisje antwoordt: een Egyptische man be- vrijdde mij van de herders, putte zelfs water voor mij en drenkte onze kudde. Waar is die man nu, vraagt Jethro en waarom heb je hem daar aan zijn lot overgelaten? Ga hem uitnodigen voor de broodmaaltijd bij ons thuis (Ex. 2:18 – 20).

Daarna komt Mozes bij de Midianitische Jethro voor lange tijd in huis (Ex. 2:21) en trouwt met zijn dochter Zippora. Ze krijgen twee zonen: Gersom en Eliëzer.

In Num. 12:1 wordt ons verteld dat Zippora, de vrouw van Mozes een ‘Cuschietische’ was. Zo noemen althans Mozes’ broer en zus (Aäron en Mirjam) Zippora, een vrouw van het Cuschietische (Ethiopische) type. Verder wordt in het boek Exodus over Zippora evenwel niet veel meer gezegd dan dat zij afkomstig is uit Midian.

Na enige tijd in Midian gewoond te hebben, gaat Mozes met Zippora in opdracht van God naar Egypte terug (Ex. 4 : 18). God heeft hem immers geroepen bij het brandende braambos nabij de berg Horeb, om Israël te bevrijden uit het Egyptische slavenhuis. Het gevaar waar Mozes voor gevreesd heeft, is geweken, nl. dat men hem om zijn doodslag van een Egyptische man, ook zou doden.

Mozes en Zippora nemen afscheid van vader Jethro, bij wie zij zo gastvrij lange tijd hebben ‘gelogeerd’. Zij maken die verre en vermoeiende tocht naar Egypte te voet, Zippora en de kinderen op ezels. Maar weet u wat er hier van Mozes gezegd wordt: hij nam de staf Gods in Zijn hand (vs. 20; zie ook Ex. 4 : 2vv). Daarvoor zou zelfs de Farao en zijn legermacht moeten buigen. al zouden ze nog zo hard tegenstribbelen.

En onderweg? Wie komen Mozes en Zippora daar tegen? Niemand minder dan Mozes’ broer Aäron die hen tegemoet gereisd is vanuit het slavenhuis Egypte. De God van Mozes is een God Die zorgt voor metgezellen. Hij laat de gelovigen op hun weg door het leven niet alleen. Maar er is nog een ontmoeting die niet vergeten mag worden. We lezen ervan in Ex. 4:24 – 28. Er is nog Iemand die Mozes tegemoet komt : een engel of misschien de engel des Heeren die in het OT nogal eens genoemd wordt als Gods vertegenwoordiger op aarde. Ergens in een herberg/karavanserai waar het gezelschap overnacht komt niemand minder dan God Zelf hen tegen. En wat lezen we in vers 24? God wil Mozes doden ! Hoe kan dit na de ontmoeting van Mozes met de Heere bij het brandende braambos ? Heeft Mozes soms iets misdaan? Nee, hij heeft alleen iets heel bijzonders nagelaten en dat wordt hier door de Heere aan de orde gesteld.

En Zippora ziet dit snel in. Zij en haar man hebben ongetwijfeld vaak over Abraham, de stamvader van Israël (en van Mozes) gesproken. En daarbij heeft Zippora zeker ook gehoord, wat er op Gods bevel moest gebeuren, als er uit Abrahams nageslacht een zoon geboren werd. Het nalaten van de besnijdenis van een zoon van Abraham had de doodstraf tot gevolg (Gen. 17:14). In Midian was het ook niet onbekend gebleven, dat de Midianieten verre familie waren van Abraham, daarom moesten ook zij volgen wat God aan Abraham had opgedragen. De kinderen van Abraham moesten het teken van Gods verbond dragen en juist die besnijdenis had Mozes bij zijn zoon (Eliëzer) achterwege gelaten. Was Mozes soms zelf niet net als alle andere Israëlieten in Gosen besneden?! Kon het gekende teken van de besnijdenis voortaan achterwege worden gelaten? Liep Mozes geen gevaar eerder een heiden dan een ware Israëliet te zijn?

Zippora redt hem. Ze neemt een vuurstenen mes en besnijdt haar zoon, werpt de afgesneden voorhuid voor Mozes’ voeten en zegt: ‘Bruidegom voor mij vanwege de besnijdenissen’. Daarna treedt de Heere terug. Met deze woorden wordt door Zippora een soort belijdenis uitgesproken, want eigenlijk zegt ze: Mozes, jij bent mijn bruidegom en dat blijf je, maar het kost wel bloed (in het besnijden van onze kinderen).

Nog een tekstgedeelte waarin over Jethro, Zippora en familie wordt geschreven, is te vinden in Ex. 18:1-12. Een getuigenis waaruit blijkt hoezeer ook in de tijd van het OT de God van Abraham en van Mozes, de God van de volkeren wil zijn. Wat lezen we daar? Het is enige tijd na de uittocht van Gods volk uit Egypte. Ze zijn dan in de woestijn van Sinaï vlakbij de berg van God, de Horeb, niet ver van Midian vandaan. En wie komen daar op een dag bij Mozes en zijn volk op bezoek? Mozes’ schoonvader Jethro met Zippora, Gersom en Eliëzer. Hij had in Midian reeds gehoord, hoe de Heere hen bevrijd had uit hun slaafse leven in Egypte.

Wat was er intussen gebeurd met Zippora? Mozes had Zippora met de twee zonen naar Jethro teruggestuurd (Ex 4:24-26). De exacte reden daarvoor wordt niet vermeld. Heeft Mozes hen willen sparen voor de last van het woestijnleven? Bracht hij de kinderen met hun moeder voorlopig liever veilig onder in Midian bij zijn schoonvader Jethro? Deze laatste staat erop, dat Zippora en haar zonen, zoals dat betamelijk was, weer samen met Mozes verder zouden leven.

Mozes is verblijd, als hij Zippora en hun zonen onder de leiding van Jethro bij het legerkamp ziet aankomen. God, de Redder Israëls wordt grootgemaakt. Hoor, hoe Jethro spreekt: ‘Geloofd zij de Heere Die ulieden verlost heeft uit de hand der Egyptenaren, en uit Farao’s hand, Die dit volk van onder de hand der Egyptenaren verlost heeft. Nu weet ik, dat de Heere groter is dan alle goden. Want in de zaak waarin zij trots gehandeld hebben, was Hij boven hen’. Jethro brengt vervolgens brand- en slachtoffers voor God; Aäron en ook al de oversten van Israël schuiven aan om samen met Mozes brood te eten.

Het belang van de tocht door de woestijn is terug te vinden in de Wet (Ex 20:3-17 en Deut 5:7-2), die steeds moet gezien worden in deze context : ‘Ik ben de HEERE uw God, Die u uit
Egypteland, uit het diensthuis, uitgeleid heb’.

Josiane Tytens

Beeld: wikimedia By Sandro Botticelli – See below., Public Domain, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=15460973

Zipporah, Eventos de la Vida de Moisés – after Boticelli – 1874 – original in Capella Sistina, Rome

 

arrow