Het meest houd ik van ingetogen muziek en dan vooral wanneer de ‘tristesse’ ervan afdruipt. Ik heb me al vaak afgevraagd hoe dat nu toch komt, maar kan niet anders dan het te bekennen. Tranen zeggen mij zoveel meer en grijpen vaak oneindig veel dieper dan een lach. Er zit een diepe geborgenheid in droefheid, droevige muziek is troost.
Dat ik dat zo beleef is misschien doordat het leven op deze vreemde planeet niet klopt, er zoveel onrecht en geworstel en vergeefsheid is en ik die waarheid in taal-loze muziek in de oren krijg en bevestigd wordt. De hemel kan opengaan, ook in de schoonheid van de treurnis. Mogelijk ook omdat droefheid, op noten gezet, mij laat horen dat het elders gekend is en erkend wordt, ik mij meegenomen en gekoesterd weet, in vervoering, in een verband gezet.
Ach, u weet het, beste lezer, muziek en religie zijn elkaar nooit ver.
Muziek, opeenvolging van noten en klanken is beweging, baant zich een weg. Het kan gebeuren dat sommige bewegingen zo intens bij mij binnenkomen, een dermate unieke huiver veroorzaken, dat ik wel tien keer na elkaar de repeat-knop steeds weer op exacte dezelfde plek laat terugkomen omdat ik opnieuw diezelfde sensatie wil ervaren. Daar, in die beweging, daar hoor ik iets, daar voel ik iets met mijn hele wezen, iets wat mij tot in elke cel fascineert, compleet onvergelijkelijk is… Is het waarheid?
Misschien is muziek ook wel gevaarlijk.
Dat is zelfs wel zeker. Maar dat is met wel meer wondermooie zaken het geval.
Ik zei het, muziek en religie zijn elkaar nooit ver.
Ds. Steven H. Fuite,
Voorzitter van de Synodale Raad van de Verenigde Protestantse Kerk in België