1700 jaar Nicea

“Laat iedereen snel komen…”. Met die woorden riep de Romeinse keizer Constantijn in het jaar 325 het concilie van Nicea (het huidige Iznik, in Turkije) bijeen. Constantijn, die zich in 312 tot het christendom had bekeerd, maakte zich zorgen over de verdeeldheid tussen christenen maar ook over de mogelijke gevolgen daarvan voor het Romeinse rijk.

Het concilie van Nicea probeerde antwoord te geven op de vraag van Jezus: “Wie zeggen jullie dat ik ben?” (Matt. 16:15). Christenen, zoals bisschop Arius, die beweerden dat Jezus ondergeschikt is aan God de Vader, verloren het pleit. De meerderheid van de verzamelde kerkleiders geloofden dat Jezus zowel een menselijke als een goddelijke natuur heeft. Eén en ander werd des overeenkomstig vastgelegd in een tekst die de Geloofsbelijdenis van Nicea zou gaan heten. Ook werden er in Nicea andere knopen doorgehakt zoals die over het bepalen van de data voor het vieren van Pasen.

Tijdens het oecumenisch concilie in Constantinopel, in 381, werd de Geloofsbelijdenis van Nicea bevestigd en werd verder verduidelijkt dat ook de Heilige Geest uit God voortkomt. De Geloofsbelijdenis van Nicea/Constantinopel heeft de tand des tijds doorstaan en verenigt tot op heden vele kerken over de hele wereld.

 

Kanttekeningen

Hoewel Nicea velen verenigt, zijn er ook kerken en christenen die minder belang hechten aan de tekst van die geloofsbelijdenis. Zij wijzen er bijvoorbeeld op dat Nicea alleen spreekt over de geboorte en de dood van Jezus. Het leven van Jezus, Zijn boodschap, zo mooi samengevat in de Bergrede (Matt. 5), en Zijn werk komen niet aan de orde.

Toch zijn deze elementen voor velen juist van cruciaal belang en putten zij daar inspiratie uit om richting te geven aan hun leven. Drie eeuwen na het leven van Jezus op aarde, zo luidt de kritiek, gaat het in Nicea alleen maar over dogma’s en over wat wij (moeten) geloven terwijl voorbijgegaan wordt aan de implicaties van het geloof.

Soms klinkt ook de kritiek dat Nicea heeft bijgedragen aan een ‘elitaire Drievuldigheid theologie’ waarover op academisch niveau gedebatteerd kan worden maar die moeilijk uit te leggen valt aan de ‘gewone kerkganger’.  Met de opkomst van Evangelische  en Pinksterkerken heeft de Drie-eenheid van God trouwens aan kracht ingeboet als allesbepalende leerstelligheid.

Maar er zijn ook mensen in de ‘ klassieke kerken’ die moeite hebben met sommige formuleringen die we aantreffen in de geloofsbelijdenis van Nicea, zoals de verwijzing naar God als ‘almachtige Vader’. Zij ervaren God eerder als vader zowel als moeder en aarzelen om God ‘almachtig’ te noemen. Hoe kunnen we zo’n almacht rijmen met het lijden in de wereld? Is God niet eerder een troostende, mede-lijdende, kracht- en hoopgevende God?

 

Nicea herdenken en vieren

Ondanks de kanttekeningen en de kritiek die mogelijk zijn, fungeert de geloofsbelijdenis van Nicea ontegenzeggelijk als een ankerpunt dat onze verbondenheid met de vroege kerk zichtbaar maakt. Wij staan op de schouders van hen die ons voorgingen in het geloof, ook al is onze geloofsbelevenis in de loop der tijd geëvolueerd. Daarom erkent de VPKB in haar Constitutie ook dat zij ‘erfgename’ is van de oude belijdenisgeschriften zoals die van Nicea-Constantinopel.

Het Concilie van Nicea werd 1700 jaar geleden bijeengeroepen om geschillen tussen christenen te overbruggen. Het jaar 2025 vormt een mooie gelegenheid om na te denken over wat ons heden ten dage als christenen over de hele wereld met elkaar verbindt en waar er werk aan de winkel is. Verschillende initiatieven staan al in de stijgers.

In het middelpunt van de activiteiten van de Wereldraad van Kerken staat de Zesde Wereldconferentie over Geloof en Kerkorde, die van 24 tot 28 oktober 2025 zal plaatsvinden in het oude St Bishoy klooster in Wadi El Natrun, in de buurt van Alexandrië, Egypte, rond het thema “zichtbare eenheid”. Alexandrië is gekozen omdat de stad historisch gezien van groot belang voor het vroege christendom was. De stad speelde namelijk een belangrijke rol in de debatten die destijds leidden tot het Concilie van Nicea.

 

Verder staat de Week van Gebed voor de Eenheid van de Christenen in 2025 in het teken van Nicea

Het is treffend dat in 2025 de paaskalenders van het oosterse en westerse christendom samen zullen vallen. Dit betekent dat het hele christendom Pasen en Pinksteren op dezelfde dagen zal vieren. De Oecumenische Patriarch Bartholomeus heeft al aangegeven dat hij de gelegenheid te baat zal nemen om te pogen met de Rooms Katholieke Kerk tot overeenstemming te komen over een gezamenlijke datum voor het vieren van Pasen in de toekomst.

Het zou mooi zijn als er ook binnen de VPKB aandacht zal worden gegeven aan 1700 jaar Nicea. Misschien met een speciaal moment tijdens een Synodezitting in 2025? En/of een activiteit van de Faculteit? Een initiatief samen met andere kerken in België? Het zou dan kunnen gaan over de vraag wat vandaag de belangrijkste onderwerpen zijn die kerken en christenen nationaal en internationaal verdelen en hoe we daarmee om zouden kunnen gaan. Is ‘eenheid in verscheidenheid’ een bruikbaar concept in deze context? Zijn er grenzen aan de verscheidenheid? En wie bepaalt dat aan de hand van welke criteria?

De zoektocht naar eenheid wordt nog relevanter als we verder kijken dan het jaar 2025 en onze blik richten op het belangrijke jaar 2033 wanneer het tweeduizend jaar geleden is dat Christus de dood heeft overwonnen.

Er valt zo veel te gedenken, te doen en te vieren in de kerk!

Rob van Drimmelen

 

Beeld: Opening van het Concilie van Nicea (325) door keizer Constantijn I de Grote (voorgrond).

Bron: https://incompiutezza.wordpress.com/2014/05/ op wikimedia

arrow