Pinkstergebed

“De geest van God heeft mij gemaakt, de adem van de Ontzagwekkende doet mij leven.” (Job 33: 4)

In deze tijd van corona valt het mij op welk een zeggingskracht de Psalmen hebben. De woorden die ons worden aangereikt in het boek van de Psalmen zijn als ‘zalf voor de ziel’ wanneer we ons wijden aan een ochtendgebed, of iemand een brief schrijven ter bemoediging, of persoonlijk stil worden voor God…

In het boek Monniken in de stad; de benedictijnen van de Sint-Pieters en Paulusabdij in Dendermonde (2012) lees ik: “Psalmen zijn (…) liederen waarin een ‘ik’ of een ‘wij’ zich richt tot God. En waarbij de bidder van alle tijden wordt uitgenodigd om zich te identificeren met dit ‘ik’ of zich te solidariseren met dit ‘wij’. Liederen waarin het hele spectrum van gevoelens verwoord wordt, de meest nobele maar ook de meest lage: jubel, vreugde, vertrouwen, rust, en ook pijn, wanhoop, opstandigheid, woede en wraakzucht. Gevoelens die uitgeschreeuwd worden en in stilte gepreveld. Die gevoelens uitspreken maakt het hart vrij. Om God te loven. En om te bidden om vrede, vrede met God, vrede met de ander en vrede met zichzelf.”

In deze tijd van corona hebben we ontdekt dat social distancing genuanceerd moet worden: omwille van de gezondheid van onszelf en van anderen is ‘afstand houden’ belangrijk, maar beter spreken we van physical distancing + social solidarity. Anders gezegd: meer dan ooit voelen we de menselijke behoefte aan verbondenheid! Verbonden zijn met elkaar en verbonden zijn met God, daar hunkeren we naar.

In deze Paastijd leven we toe naar Pinksteren, en lezen we tot onze verrassing ook in het boek van de Psalmen al over de Geest van God! Ik denk dan met name aan Psalm 143:10-11a.

Mag dit ons Pinkstergebed 2020 zijn:

Leer mij uw wil te volbrengen, u bent mijn God, laat uw goede geest mij leiden over geëffende grond. Houd mij in leven, HEER, tot eer van uw naam…

Een inspirerend voorbeeld daarbij mag de figuur Elihu zijn. We ontmoeten hem in de hoofdstukken 32-37 van het boek Job. Lange tijd heeft hij zijn mond gehouden, nu kan hij niet langer zwijgen en opent hij, door een innerlijk vuur gedreven, zijn mond.

Elihu doet ons denken aan Petrus en de andere apostelen, die op het Pinksterfeest in Jeruzalem de heilige Geest ontvangen, waardoor ze vrij en onbevreesd beginnen te spreken. Elihu – zijn naam betekent ‘God de HEER’ of ‘Hij is mijn God’ – spreekt in het besef dat hij aan Gods geest zijn leven te danken heeft. Het is Gods adem die hem inzicht geeft en doet spreken.

Elihu zei: “Ik ben jong en jullie zijn oud.”

Mogen ook wij, als nieuw geboren kinderen van Pasen, in deze tijd van crisis onbevangen en vrijuit getuigen, zoals Elihu deed, van de genade en trouw van God, van zijn rechtvaardigheid en goedheid, van zijn grootheid en majesteit. Mogen wij mensen bemoedigen dat er hoop is door Hem die de wereld zo liefheeft, dat Hij zijn enige Zoon gegeven heeft, opdat wie in Hem gelooft niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft

 

Ds. Peter Smits

Denderleeuw

 

Beeld : pixabay

Nieuwigheden en updates kan u hier terugvinden : https://nl.protestant.link/

arrow