De voorzitter aan het woord: Bij de aanvang van een derde mandaat als voorzitter van de Synodale Raad

Toen ik in 2012 voor de eerste maal tot voorzitter van de Synodale Raad verkozen werd, was ik voor een deel van onze Kerk een nog ietwat onbekend maar vast goedbedoelend persoon.

Inmiddels heb ik er twee mandaten opzitten. In die acht jaar zijn uiteraard dingen gebeurd, zowel goede als lastige en ook zaken die beide tegelijk zijn. Ik ben het gezicht van de Kerk, zeker ook voor diegenen die zich door de Kerk onbegrepen voelen en gekwetst weten.

 

Het raakt mij diep dat de Synodevergadering mij opnieuw en met een overgrote meerderheid het vertrouwen heeft geschonken en ik per 1 januari een derde mandaat mag aanvatten. Dat doet mij deugd, geeft moed en energie.

 

Momenteel heeft het schip der Kerk de wind niet in de zeilen. Dat ligt maar ten dele aan de huidige gezondheidscrisis en ik heb niet de oplossing voor elke moeilijkheid. Af en toe lijkt men dat wel van mij te verwachten, niet beseffend dat dat geheel ingaat tegen het protestantisme. Ik heb niet meer wijsheid dan bijvoorbeeld mijn collega-predikanten, ben geen aartsbisschop, maar mag leidinggeven aan een team van leken en predikanten, een ensemble dat de Synodale Raad heet en doe dat erg graag. Ik hecht aan gezamenlijkheid, hou ervan om mensen tot recht te laten komen, juist ook door hen recht van spreken te geven, om de wijsheid en creativiteit van medemensen te activeren en er zelf open voor te staan mijn visie misschien te moeten bijstellen of te nuanceren.

 

Ook ik heb de voorbije jaren wel eens domme dingen gedaan, ben dingen vergeten, heb situaties verkeerd ingeschat, problemen overschat, gevoeligheden onderschat. Maar altijd heb ik het verhaal gebracht en willen voorleven dat ik niet van heimelijk gedoe hou. Jezelf en elkaar recht in de ogen kunnen kijken, ook bij soms ernstig verschil van mening, is een concrete invulling van wat apostel Paulus ooit beschreef in hoofdstuk 12 van zijn brief aan de toenmalige kerkgemeenschap te Rome, namelijk niet gelijkvormig aan de wereld worden.

 

Ik blijf geloven dat een zachtmoedig open transparant beleid, waarin je het aandurft zelf kwetsbaar te zijn, een heilzame en uiteindelijk onweerstaanbare kracht is.

Daarmee heb ik op de drempel van Kerst meteen ook al veel verwoord van wie Jezus van Nazareth voor mij is.

 

Ik wens u allen een gezegende Kersttijd toe, van waaruit we bemoedigd en met innerlijke vrede een nieuw jaar in mogen gaan, om samen als Kerk Hem te dienen die zichzelf gegeven heeft, de medemens tot heil.

 

Steven H. Fuite,

Voorzitter van de Synodale Raad.

arrow